'België hoeft het warme water niet uit te vinden'
Dr. Stan Politis, voorzitter van het VBS, noemt Less is More een lovenswaardig initiatief.
Waar het gaat om de reductie van de follow-upfrequentie zal de budgettaire impact echter zeer bescheiden zijn. Zo wordt in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde in 2024 het voorbeeld gegeven van een cohort van 118 patiënten met darmkanker die de nazorg op afstand verkregen in plaats van fysiek in het Radboud-ziekenhuis: dit bracht een besparing mee van 22.408 euro op jaarbasis.
Voor kankers waarbij recidieven vooral tijdens de eerste twee jaar na behandeling optreden, en waarbij in de daaropvolgende jaren recidieven vooral tussen routinecontroles in worden opgepikt op basis van klachten, kan men overwegen om routinecontroles te vervangen door klachtengerichte controles.
Maar wil men vergelijkbare studiecijfers hebben, dan zal er toch een systematisch monitoringsysteem noodzakelijk zijn. Zeker wanneer het gaat om aandoeningen waarbij recidieven er echt toe doen. Een goed geregelde follow-up geeft de patiënten en hun naasten ook de geruststelling dat ze degelijk gevolgd worden.
Hoe technologisch diepgaand en uitgebreid de follow-updiagnostiek moet zijn in afwezigheid van klachten is voorwerp van wetenschappelijk onderzoek. Hoe minder uitgebreid dit kan zijn, hoe groter de besparing.
België hoeft hierin het warme water niet uit te vinden. Internationale richtlijnen worden zeer regelmatig vernieuwd. Ook Nederlandse richtlijnen zijn zeer welkom wanneer ze gebaseerd zijn op kritisch wetenschappelijk onderzoek. Er is o.i. geen betrouwbaar Belgisch cijfermateriaal over de vermijdbare follow-upkost in oncologische aandoeningen.