Syndicaat kiest voor lineaire besparing in alle sectoren
BVAS: "afzien van groeinorm en indexmassa in 2026 en 2027"
BVAS wil dat de besparingen in de ziekteverzekering gerealiseerd worden via een lineaire inspanning over alle sectoren heen (binnen én buiten begrotingsdoelstelling). Het syndicaat stelt ook voor om in 2026 en 2027 af te zien van de groeinorm en indexmassa, en die als buffer voor de geplande hervormingen te gebruiken.
BVAS reageert daarmee op de 'opdrachtenbrief' van minister Vandenbroucke met beleidsprioriteiten en maatregelen voor de komende jaren. BVAS heeft fundamentele procedurele, principiële en inhoudelijke bezwaren.
Zo is de opdrachtenbrief gebaseerd op een nog niet in werking getreden kader (de Kaderwet en het GDOS). "De aanbevelingen en doelstellingen worden echter al voorgesteld als vaststaand beleid, terwijl de betrokken expertencommissies nog niet samengesteld zijn en hun werk nog niet hebben kunnen aanvatten. Daarmee wordt het reguliere overleg genegeerd en dreigen beslissingen te worden genomen zonder voldoende wetenschappelijke of klinische onderbouwing", stelt BVAS.
Honoraria staan al onder druk
BVAS stelt ook vast dat er naar de sector van de artsenhonoraria wordt gekeken om besparingen ten belope van 150 miljoen euro te realiseren, en wijst erop dat het aandeel in het RIZIV-budget is gedaald van 32% in 2009 naar 25,7% in 2024, ondanks toenemende zorgbehoeften door vergrijzing en bevolkingsgroei. "Andere sectoren, zoals de administratiekosten, consultancycontracten, mesostructuren of medische huizen, blijven grotendeels buiten schot", merkt BVAS op.
BVAS heeft ook inhoudelijke bezwaren. "Verschillende medische handelingen worden in de opdrachtenbrief zonder bewijs als “ondoelmatig” bestempeld, louter op basis van praktijkvariatie. Dergelijke redeneringen houden geen rekening met de klinische realiteit en dreigen de autonomie van artsen verder te ondermijnen", luidt het.
"Ook worden voorstellen gelanceerd die slechts een schijn van besparing creëren, zoals het schrappen van handelingen uit lijst A. Deze hebben geen impact op het totaalbudget van het BFM, maar leiden tot herverdeling ten nadele van algemene ziekenhuizen en kunnen zelfs tot bijkomende uitgaven voor het RIZIV leiden", stelt BVAS.
Ook het afschaffen van forfaits zonder alternatief dat transparantie en tariefzekerheid garandeert, stuit op onbegrip. BVAS vindt dat ingrepen die poliklinisch kunnen plaatsvinden, zowel intra- als extramuraal op dezelfde manier moeten worden vergoed.
Constructieve voorstellen
Daarnaast erkent BVAS waardevolle elementen in de brief, zoals een debat rond end-of-life zorg en de aandacht voor rationeel medicatiegebruik (bijvoorbeeld PPI’s en statines).
BVAS pleit ervoor om het beoogde besparingsbedrag niet exclusief bij de artsen te zoeken, maar via een lineaire inspanning over alle sectoren heen (binnen én buiten begrotingsdoelstelling).
Daarnaast wil het syndicaat in 2026 en 2027 eenmalig afzien van de groeinorm en indexmassa. "Dit zou een hervormingsbuffer van circa 2 miljard euro mogelijk maken, noodzakelijk voor het degelijk onderbouwen van de geplande wijzigingen in de nomenclatuur en ziekenhuisfinanciering vanaf 2028-2029. Deze aanpak heeft zich ook in het verleden al bewezen bij eerdere hervormingen."
BVAS wijst erop dat alleen de Algemene Raad van het RIZIV het uiteindelijke beslissingsrecht heeft over de invulling van de maatregelen binnen het opgelegde budgettaire kader.
Verder betreurt BVAS dat nog geen uitvoering werd gegeven aan punt 4.1.1.4 van het akkoord Artsen-Ziekenfondsen 2024-2025 met betrekking tot artikel 35§4 van de ZIV-wet (het principe dat honoraria kostendekkend geacht worden te zijn, red.), ondanks herhaalde oproepen vanuit de artsenvertegenwoordiging.
BVAS wil ook een oplossing voor de telefonische consultaties. Een beperkte verhoging van het remgeld bij niet-VT-patiënten kan hiervoor een haalbare financiële oplossing bieden, stelt het syndicaat.
