Vanaf 17 tot 19 februari vond in san francisco het jaarlijkse asco symposium over genito-urinaire kankers plaats. de bohn-redactie brengt een aantal hoogtepunten.
Op dinsdagavond 7 december vond de belgian oncology & hematology (bohn) -meeting over urogenitale kankers plaats in de studio van roularta healthcare. tijdens deze rondetafeldiscussie presenteerde een multidisciplinair expertpanel zijn/haar wetenschappelijke highlight van 2021, waarna deze werd bediscussieerd onder leiding van prof. dr. bertrand tombal, diensthoofd urologie van de cliniques universitaires saint luc (ucl) in brussel en voorzitter van de europese organisatie voor onderzoek en behandeling van kanker (eortc).
Op 20 april 2021 vond de eerste virtuele post-asco gu 2021-meeting plaats vanuit de studio's van roularta healthcare. zowel nationale als internationale topsprekers gaven een overzicht van de hoogtepunten op asco gu 2021 in hun domein van expertise. dit verslag geeft een samenvatting van hun uiteenzettingen weer.
Voor patiënten met gevorderd of gemetastaseerd urotheelcelcarcinoom (uc) na falen van chemo- en immunotherapie, bestaat er een dringende nood aan levensverlengende therapie met behoud van kwaliteit van leven.
Op zaterdag 6 maart 2021 vond de achtste belgian multidisciplinary meeting on urological cancers (bmuc) plaats. bmuc 2021 was een virtuele meeting, wat als voordeel had dat er ook internationale topsprekers deel uitmaakten van de faculty. met meer dan 300 deelnemers die de meeting online volgden, was deze editie een groot succes. dit verslag beperkt zich tot een samenvatting van de sessies over nierkanker, blaaskanker en testiskanker.
Dr. kristof muylle van de dienst nucleaire geneeskunde van het uz brussel besprak de rol van psma pet/ct-scans in de verschillende stadia van prostaatkanker. de propsma-studie toonde aan dat psma pet/ct accurater is dan conventionele beeldvorming voor lymfeklierstagering bij mannen met een prostaatkanker met hoog risico. psma pet/ct leidde tot meer veranderingen in het behandelplan van de patiënt en tot minder dubbelzinnige bevindingen dan conventionele beeldvorming.
Prof. dr. bertrand tombal, onco-uroloog ucl brussel, verwees naar de consensusaanbeveling van estro/eortc, dit jaar gepubliceerd door guckenberger in lancet oncology voor de definitie van oligometastasen, maar gaf aan dat men in de klinische praktijk bij een patiënt met een paar metastasen spreekt van oligometastases. hij bouwde zijn verhaal op aan de hand van patiëntencasussen om aan te geven of een systemische behandeling dan wel metastasegerichte therapie (mdt) geschikt is.
Dr. giorgio gandaglia (uroloog, vita-salute san raffaele universiteit, milaan) en prof. dr. tobias maurer (uroloog, martini-klinik, hamburg) gaven hun visie over respectievelijk een uitgebreide bekkenlymfeklierdissectie (eplnd) en nieuwe imagingtechnieken voor lymfeklierstagering bij pca.
Prof. dr. roland seiler (uroloog, universiteit bern, zwitserland) gaf een futuristische lezing over patiëntafgeleide tumormodellen die kunnen helpen om de optimale behandeling van blaaskanker te bepalen. het mutatielandschap van blaaskanker is zeer heterogeen.
Prof. dr. gert de meerleer (radiotherapie, uz leuven) bracht een mooi opgebouwd verhaal over het potentieel van stereotactische radiotherapie (sbrt) voor de behandeling van niercelcarcinoom.
Prof. dr. christof vulsteke van az maria middelares besprak de resultaten van de keynote 361-studie en de danube-studie, gepresenteerd op het recente esmo 2020-congres.
Op zaterdag 3 oktober 2020 vond de zevende editie van bmuc plaats. het was een hybride meeting, met een beperkt aantal gegadigden die het geluk hadden de meeting bij te wonen in dolce la hulpe, en een livestream voor alle andere deelnemers. de meeting werd geopend door prof. dr. sylvie rottey, voorzitter van bmuc, die duidelijk opgelucht was dat er in 2020 toch een 'light' editie van het bmuc-congres kon doorgaan in deze moeilijke coronatijden. een verslag van de drie plenaire sessies binnen prostaat-, blaas- en nierkanker.
Prof. alberto bossi (villejuif, frankrijk) begon met te stellen dat zijn onderwerp niet eenvoudig is en zelfs een beetje controversieel binnen de urologische community. zelf is hij al lang overtuigd van het potentieel van hooggedoseerde brachytherapie.
Prof. cesare cozzarini (milaan, italië) besprak de rol van radiotherapie na radicale prostatectomie op basis van de radicals-studie. in deze studie werden mannen willekeurig toegewezen aan postoperatieve adjuvante radiotherapie of de standaardaanpak van observatie alleen, waarbij radiotherapie als optie werd gehouden bij relapse (vroege salvage).
De stampede-studie heeft een significant overlevingsvoordeel aangetoond bij patiënten met oligometastasen, behandeld met radiotherapie en de standaardzorg. prof. prasanna sooriakumaran (londen, uk) gaf aan dat ze op basis van deze bevinding wilden onderzoeken of een gelijkaardig effect kan gezien worden bij patiënten met oligometastasen die radicale prostatectomie ondergaan. de poll onder de deelnemers toonde aan dat 59% van hen deze behandeling ook zou overwegen bij patiënten met oligometastasen.
Kennis van het germline (aangeboren) of somatisch (tumoraal) genoom van patiënten met gemetastaseerde castratierefractaire prostaatkanker (mcrpc) laat toe om patiënten doelgericht te behandelen. het uiteindelijke doel is om onze patiënten beter te helpen, benadrukt prof. joaquin mateo (barcelona, spanje).
Prof. maarten albersen (leuven) begint zijn verhaal met een terugblik naar het verleden. verschillende retrospectieve studies hebben aangetoond dat cytoreductieve nefrectomie een overlevingsvoordeel oplevert voor patiënten met gemetastaseerd niercelcarcinoom behandeld met cytokines en later in de behandeling ook met tyrosinekinaseremmers.
Combinatiebehandelingen met een checkpointinhibitor en een vascular endothelial growth factor inhibitor (io-vegf) of een checkpointinhibitor met een anti-ctla-4-inhibitor zijn de nieuwe standaard in de eerstelijnsbehandeling voor heldercellig niercelcarcinoom met intermediair en laag risico. dit is gebaseerd op de keynote 426- en de checkmate 214-studie die beiden een overlevingsvoordeel aantoonden.
Prof. fonteyne (gent, belgië) begon haar uiteenzetting op de virtuele bijeenkomst van scientific summits met het duidelijke statement dat radiotherapie te weinig gebruikt wordt voor de behandeling van blaaskanker, zeker in belgië, maar dat de interesse wereldwijd gelukkig groeit. ze bracht een mooi opgebouwd verhaal over de rol die radiotherapie kan spelen bij de verschillende stadia van blaaskanker.
Momenteel is neoadjuvante chemotherapie de standaardbehandeling voor patiënten met spierinvasieve blaaskanker die cystectomie ondergaan, ondanks het feit dat deze behandeling maar 5-13% overlevingsvoordeel oplevert, wat door velen als beperkt beschouwd wordt, begon dr. powles (londen, uk).