Pilootproject drughulpverlening voor gedetineerden
Zeven vzw's in Vlaanderen en Wallonië krijgen steun voor een pilootproject voor drughulpverlening voor personen in detentie.
Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, ex-voorzitter VITAZ
Het Staatsblad van 4 november maakt zeven KB’s van 8 september 2025 bekend waarin aan evenveel vzw's in Vlaanderen en Wallonië een toelage wordt toegekend ter ondersteuning van een pilootproject "drughulpverleningsprogramma voor personen in detentie".
Doel van het project
Krachtens artikel 4, § 1 van deze KB’s bestaat het doel van dit project in het ontwikkelen van een drughulpverleningsprogramma voor personen in detentie.
Beoogd wordt dit model in een pilootfase uit te werken en uit te testen in tien (piloot)gevangenissen, met name in de gevangenissen van Hasselt, Haren, Dendermonde, Gent, Leuven Centraal, Antwerpen, Jamioulx, Leuze, Andenne en Lantin.
Het is de bedoeling om, via de toegekende projectmiddelen, bijkomende inhoudelijke (expertise, vorming) en organisatorische (personeelsmatig) ondersteuning te bieden aan de (piloot)gevangenissen, zodat een continuüm van kwaliteitsvolle zorg voor personen in detentie met een middelengerelateerde problematiek kan worden gerealiseerd.
Dit houdt onder meer in dat er een zorgtraject op maat van de gedetineerde moet worden uitgewerkt, dat gelijkwaardig is aan de zorg in de vrije samenleving, rekening houdend met de specifieke omstandigheden op het vlak van detentie en de actuele zorgcontext.
De opdrachten van het project
De opdrachten van dit project zijn onder meer de volgende:
- Het voortzetten van een identificatiestrategie voor gedetineerden met een problematiek gerelateerd aan psychoactieve middelen, door het gebruik van een uniform screeningsinstrument in alle gevangenissen die deelnemen aan het pilootproject.
- Het implementeren van een globale aanpak voor de opvang en behandeling van de in het projectvoorstel omschreven doelgroep, met aandacht voor zorg op maat voor elke gedetineerde en zorgcontinuïteit (ook na de detentieperiode);
- Het ondersteunen van gedetineerden, en het bevorderen van de betrokkenheid van het gevangenispersoneel omtrent het gebruik van psychoactieve middelen, door middel van, waar mogelijk, informatie, opleidingen en sensibilisatie.
- Het vormen en ondersteunen van het personeel van de projectmedewerkers en de medische dienst en andere betrokken actoren inzake de begeleiding van en zorg voor gedetineerden met een psychoactieve middelen gerelateerde problematiek, en de specificiteit van druggebruik in de gevangenis, in samenwerking met een partner die gemandateerd zal worden door het RIZIV;
- Stimuleren van een vlotte samenwerking en een betere uitwisseling van informatie en kennis tussen de betrokken (interne en externe) hulpverleners van de gedetineerde met het oog op een betere continuïteit van zorg, en dit zowel tijdens als na de detentieperiode.
- Meewerken aan wetenschappelijk onderzoek om reeds bestaande evidence te toetsen aan nieuwe praktijkervaringen.
- Het formuleren van aanbevelingen voor verdere optimalisatie van het project en om eventueel een verdere verbreding van dit aanbod te realiseren (op andere afdelingen, vleugels of andere penitentiaire instellingen).