Algemene Raad keurt 470 miljoen euro besparingen goed

De Algemene Raad van het RIZIV heeft op maandag 20 oktober de begroting voor de gezondheidszorg voor 2026 goedgekeurd. Er worden 470,775 miljoen euro besparingen opgelegd om een ontsporing van het budget te vermijden.

De omvang van de gevraagde besparingen blijft dezelfde als in het voorstel waarover het Verzekeringscomité van het RIZIV op 6 oktober geen overeenstemming bereikte (zie Artsenkrant van 21 oktober): 150 miljoen euro voor artsen, 50 miljoen voor ziekenhuizen, 228 miljoen in het geneesmiddelenbudget en nog 47 miljoen euro in andere sectoren. Op de volgende pagina’s gaan we in detail in op besparingen die artsen treffen.

“Ik ga waarschijnlijk iedereen een beetje ongelukkig maken wanneer we met de regering een beslissing treffen”, had minister Frank Vandenbroucke gezegd toen het Verzekeringscomité geen voorstel kon goedkeuren. Gelijk had hij.

Artsensyndicaten zijn niet te spreken over lineaire besparingsmaatregelen waarvan verre van duidelijk is hoe ze zullen bijdragen tot meer doelmatige zorg (lees ons interview met dr. Patrick Emonts en dr. Stan Politis van Absym/BVAS in dit nummer).

Santhea, koepel van zorginstellingen in Wallonië en Brussel, noemt het dan weer paradoxaal “om dagziekenhuizen en ziekenhuisapotheken te ondermijnen op een moment dat de sector gevraagd wordt om zichzelf te transformeren en efficiënter te worden.”

Wie wel (voorzichtig) positief klonk zijn de ziekenfondsen. Zij moeten in 2026 weliswaar 50 miljoen euro inleveren op hun administratiekosten, maar hun voornaamste ‘rode lijn’ – een verhoging van het remgeld van de patiënt bij een artsenbezoek – wordt niet overschreden.