Conventie-akkoord steeds minder waarschijnlijk
BVAS: “Budget 2026 laat bittere nasmaak achter bij artsen”
Ziekenhuizen en artsen worden het zwaarst getroffen door het goedgekeurde gezondheidszorgbudget 2026. Dat zegt BVAS in een eerste reactie. Het syndicaat voegt er nog aan toe dat een akkoord over een conventie zo wel heel twijfelachtig wordt.
Filip Ceulemans
De Algemene Raad – waarin artsen wel vertegenwoordigd zijn, maar geen stemrecht hebben – keurde vanochtend de gezondheidszorgbegroting voor 2026 goed. Door de niet-goedkeuring van het ontwerpbudget door het Verzekeringscomité op 6 oktober moest de regering vandaag een voorstel indienen bij de Algemene Raad. De regering baseerde zich daarvoor op de opdrachtbrief van 21 juli, waarin de grote lijnen werden geschetst van de efficiëntiemaatregelen die in de verschillende sectoren moesten worden doorgevoerd.
Buitensporige besparingen
“De 150 miljoen euro aan besparingen die zonder enige rechtvaardiging aan artsen werden opgelegd in de opdrachtbrief werden blindelings gevolgd. Frank Vandenbroucke heeft dus zijn zin gekregen”, haalt BVAS-voorzitter Patrick Emonts uit naar de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. "Bij dit bedrag moet nog 62 miljoen euro worden opgeteld die de artsen vanaf 1 januari 2026 inleveren en 16 miljoen euro die zal worden ingehouden op de indexeringsmassa van 2026. Het is betreurenswaardig dat de vijf vertegenwoordigers van de regering voor hebben gestemd en dus zonder meer deze buitensporige bezuinigingen op de rug van de artsen accepteren."
BVAS verwerpt niet alle goedgekeurde besparingsmaatregelen. De selectievere criteria voor het opnemen van patiënten die chronisch geneesmiddelen afnemen bij de referentieapotheker, het per stuk verstrekken van antibiotica en de bescherming van patiënten met verhoogde tegemoetkoming tegen de verhoging van het remgeld met 2 euro per geneesmiddelenverpakking draagt de instemming van het syndicaat weg.
Extramurale zorg in gevaar
De besparingen die ten laste van artsen vallen, worden echter volmondig afgekeurd. “Het is eigenlijk vooral de waarde van de sleutelletter die is aangepast”, legt Emonts uit. ”De prijs van een hele reeks activiteiten van artsen wordt verlaagd, terwijl de kosten ervan gelijk blijven of zelfs stijgen. We zijn ver verwijderd van de gezondheidszorgdoelstellingen, appropriate care of evidence-based maatregelen waar het RIZIV en minister Vandenbroucke zo op hameren. In het verlengde van het voornemen van de minister om de ereloonsupplementen voor ambulante zorg af te schaffen, gaat het hier om de geplande teloorgang van de extramurale geneeskunde, aangezien de kosten in het ziekenhuis worden gedekt door de begroting voor financiële middelen, in tegenstelling tot de extramurale zorg."
Emonts is ook verbijsterd over wat hij de aanval op de orthopedische chirurgie noemt. “Die leverde al een grote bijdrage tijdens de besparingen van 62 miljoen euro. Naast de aanzienlijke besparingen op rug- en knieoperaties, is het een van de disciplines die het zwaarst wordt getroffen door de afschaffing van de operatiehulp. Ondanks de nieuwe technologieën blijft operatiehulp echter noodzakelijk en het is niet omdat ze op papier wordt afgeschaft, dat dit ook in de praktijk het geval zal zijn. Het gevolg zal zijn dat de chirurg zelf een instrumentist-verpleegkundige moet betalen."
Akkoord op de helling
Een gevolg van de goedkeuring van het budget zou volgens Emonts wel eens kunnen zijn dat een nieuw conventieakkoord tussen artsen en ziekenfondsen op de helling komt te staan. "We moeten vaststellen dat de door de artsen voorgestelde maatregelen, zoals de verhoging van het remgeld voor raadplegingen bij de huisarts voor niet-VT'ers, zonder meer van tafel zijn geveegd. We kunnen ons ook afvragen waarom teleconsultatie nog steeds niet opnieuw is ingevoerd, terwijl dit, mits goed geregeld, aanzienlijke besparingen kan opleveren. De vandaag goedgekeurde begroting getuigt van een gebrek aan bereidheid tot overleg met de artsen. Willen we tegen het einde van het jaar een medicomutakkoord krijgen, dan is het dringend noodzakelijk om het vertrouwen te herstellen”, besluit de voorzitter van BVAS.