Voorstel van resolutie over bijsturing hiv-preventie
Kamerlid Irina De Knop (Open Vld) diende op 23 september bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers een voorstel van resolutie in over de bijsturing van het beleid ten aanzien van het gebruik van PrEP in het kader van de hiv-preventie.
Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, ex-voorzitter VITAZ
Volgens de indienster zijn er veel hoopvolle nieuwe ontwikkelingen om hiv-besmettingen te voorkomen en om mensen die toch besmet raken te behandelen, maar er blijven hiaten en werkpunten voor het inzetten van PrEP. Dit voorstel van resolutie beoogt oplossingen aan te bieden om de aanpak van hiv-besmettingen futureproof te maken.
Verzoeken aan de federale regering
Het voorstel van resolutie verzoekt de federale regering:
1. huisartsen te stimuleren om proactief over seksuele gezondheid te praten en om de hiv-test voor te stellen;
2. te anticiperen op het groeiende aandeel van 55-plussers binnen de groep van mensen met hiv;
3. er bij de deelstaten op aan te dringen aandacht te hebben voor seropositieve bewoners van zorgcentra opdat zij hun PrEP blijven nemen, zeker wanneer ze dementerend worden;
4. samen met de Gemeenschappen sterker in te zetten op het opsporen van personen met een hoog besmettingsrisico of met een hiv-besmetting die nog niet is gediagnosticeerd;
5. de toegankelijkheid van PrEP te verbeteren voor ondervertegenwoordigde doelgroepen, zoals vrouwen, mensen met een (Sub-Saharaanse) migratieachtergrond, jongeren en heteroseksuelen;
6. te onderzoeken onder welke voorwaarden het mogelijk wordt om PrEP te laten voorschrijven door huisartsen en hierbij vooral te focussen op: 6.1. de vraag of de opstart van PreP al dan niet in een gespecialiseerd centrum moet gebeuren en nadien kan worden verdergezet door de huisarts; 6.2. de nood aan bijkomende opleiding, begeleiding en samenwerking met hiv-referentiecentra in hoofde van de huisartsen;
7. Zich voorbereiden op de komst van een langwerkende injecteerbare PrEP en waakzaam zijn voor therapietrouw, betaalbaarheid en brede beschikbaarheid ervan;
8. psychologische ondersteuning voor mensen met een hiv-diagnose structureel te integreren in de eerstelijnszorg;
9. stigmatisering en discriminatie in zorg, werk en samenleving te bestrijden en hierbij te waken over het verhogen van de aangiftebereidheid en een laagdrempelige aangiftemogelijkheid bij de bevoegde instanties.