Naar een nieuw tijdperk in PrEP: WGO gaf groen licht voor lenacapavir 2 x/jaar
Naar aanleiding van het congres IAS 2025 heeft de WGO de nieuwe richtlijnen voor PrEP met lenacapavir om de zes maanden bekrachtigd. Die beslissing is gebaseerd op gegevens over de veiligheid en werkzaamheid van meerdere recente grote klinische studies.
Tijdens het congres van de IAS dit jaar in Kigali heeft de WGO haar richtlijnen voor de preventie van hiv bijgewerkt en erkent ze nu officieel injecties van lenacapavir 2 x/jaar als nieuwe mogelijke PrEP, dus naast tenofovir/emtricitabine dagelijks per os en cabotegravir met verlengde afgifte. De WGO heeft die beslissing genomen na analyse van de alsmaar stevigere gegevens over de werkzaamheid van lenacapavir bij patiënten die een hoog risico lopen, en met name patiënten die het moeilijk hebben met de dagelijkse inname van orale PrEP.

Een beslissende stap in de preventie van hiv-infectie
De WGO heeft die beslissing genomen op grond van de resultaten van de klinische studies PURPOSE 1 en PURPOSE 2, die de werkzaamheid van lenacapavir subcutaan om de zes maanden hebben onderzocht.
- PURPOSE 1: Deze studie is uitgevoerd bij 5.338 cisgendervrouwen van 16-25 jaar, hoofdzakelijk uit Sub-Saharaans Afrika (84% Zuid-Afrika, 16% Oeganda). In de lenacapavirgroep is geen enkele hiv-infectie waargenomen. De werkzaamheid van lenacapavir was dus 100%.
- PURPOSE 2: Deze studie is uitgevoerd bij 3.273 cisgendermannen, transgendervrouwen, transgendermannen en niet-binaire personen van 16 jaar of ouder. De patiënten waren afkomstig uit verschillende geografische streken en met name Latijns-Amerika, Azië en Afrika. In de lenacapavirgroep zijn twee gevallen van hiv-infectie gerapporteerd, wat overeenstemt met een werkzaamheid van 99,9%. De studie heeft daarnaast lenacapavir vergeleken met de klassieke dagelijkse orale PrEP (F/TDF). Bij toediening van lenacapavir als PrEP daalde het infectierisico met 96%.
Langwerkend
Dat zijn dus stevige bewijzen dat injecties van lenacapavir 2 x/jaar een zeer doeltreffende PrEP zijn. Het demografische profiel van de patiënten in de PURPOSE 1-studie verschilde van dat in de PURPOSE 2-studie. Dr. Tedros Adhanom Ghebreyesus, algemeen directeur van de WGO, heeft zijn presentatie dan ook afgesloten met een stevige verklaring: “Of er een vaccin tegen het hiv zal worden gevormd, is nog koffiedik kijken, maar lenacapavir komt toch al in de buurt. Lenacapavir is een langwerkend antiretroviraal middel, waarvan in klinische studies is bewezen dat het hiv-infectie bij risicopersonen nagenoeg volledig verhindert”.
De publicatie van de nieuwe richtlijnen gebeurde op een kritiek moment. De preventie van hiv-infectie blijkt immers wat te slabakken. In 2024 zijn bijna 1,3 miljoen nieuwe hiv-infecties geregistreerd en onevenredig veel bij sekswerkers, mannen die seks hebben met mannen, transgenders, drugsspuiters, gevangenen, kinderen en adolescenten. De richtlijn van de WGO over het gebruik van lenacapavir is van groot belang met het oog op een verbreding en diversificatie van de middelen ter preventie van hiv-infectie. Daardoor beschikken de patiënten over meer opties om hun gezondheid in handen te nemen conform hun levenswijze.
Naar een eenvoudigere PrEP
De richtlijnen van de WGO raden ook aan snelle hiv-screeningtests te gebruiken om een PrEP met langwerkende injecteerbare middelen zoals lenacapavir en cabotegravir te faciliteren. Het advies om de screening te vereenvoudigen schakelt een belangrijk obstakel uit: er zijn geen complexe en dure procedures meer nodig en een langwerkende PrEP kan in de gemeenschap worden toegediend via apotheken en dispensaria.
Een belangrijke strategische beslissing
De integratie van lenacapavir 2 x/jaar in de richtlijnen voor PrEP is een significante stap voorwaarts. Die beslissing is genomen gezien de opmerkelijke werkzaamheid van lenacapavir en de mogelijk uitstekende therapietrouw. Lenacapavir leent zich zeer goed om het aantal nieuwe infecties tegen 2030 met 90% te verlagen, een strategische doelstelling van de WGO. Lenacapavir is een alternatief, dat zich goed leent voor de populaties die het hoogste risico lopen, ook al omdat stigmatisering en structurele obstakels negatieve invloed hebben op de therapietrouw aan een klassieke perorale PrEP.