Nieuwe cijfers vragen om meer actie voor kwetsbare groepen
Roken neemt af, maar gezondheidsongelijkheid blijft beschamend groot
Op 10 juli maakte Sciensano de resultaten bekend van de Gezondheidsenquête 2023. Moeten we tevreden zijn met de nieuwe cijfers over het rookgedrag in ons land? Ja, maar ook nee.
Suzanne Gabriels, expert tabakspreventie Stichting tegen Kanker
Stichting tegen Kanker ziet in de daling van het aantal rokers van 19,4% (waarvan 15,4% dagelijks) in 2018 naar 17,6% (waarvan 12,8% dagelijks) in 2023 een bevestiging dat beleidsmaatregelen tegen het roken werken.
Maar veel nieuwe cijfers baren zorgen, zoals de tegengestelde evolutie bij mannen en vrouwen en het feit dat meer meisjes dan jongens op jongere leeftijd beginnen met dagelijks roken. Ook de sociaaleconomische ongelijkheid die zich vertaalt in een hogere prevalentie van roken in Wallonië en bij mensen met een lagere opleiding, baart zorgen.
Deze nieuwe enquêtegegevens, in combinatie met de vaststelling van de OECD dat België enorme gezondheidsverschillen heeft - meer dan andere EU-landen - vragen echt om een grondige bezinning.
Eerst het goede nieuws
Het aantal mensen dat rookt is op 5 jaar tijd in alle gewesten gedaald, vooral sterk in Brussel (van 22.9% naar 16.6%).
In die 5 jaar werden o.a. volgende wetgevende maatregelen genomen:
- Neutrale verpakkingen en verhoging minimumleeftijd voor de verkoop van tabaksproducten van 16 naar 18 jaar (sinds 2019)
- Volledig reclameverbod op verkoopplaatsen en flinke accijnsverhogingen (sinds 2020)
- Rookverbod op treinperrons en aankondiging van de interfederale strategie voor een rookvrije generatie (in 2022)
Deze maatregelen hebben effect gehad. Het goede nieuws is dat een heel pakket aan nieuwe maatregelen uit de interfederale strategie pas na de meting van Sciensano in 2023 realiteit werd of zal worden.
De daling in de rookprevalentie (vooral door de groei van de groep die nooit heeft gerookt) zal zich de volgende jaren doorzetten.
Het slechte nieuws
Om het doel van minder dan 10% rokers tegen 2028 te halen, moet de afname van de rookprevalentie versnellen. Bij de cijfers uit 2023 stelt Sciensano immers vast dat de afname van het aantal rokers vertraagd is.
In Vlaanderen daalde het aantal slechts licht (van 17,4% naar 15,9%) evenals in Wallonië (van 22,1% naar 21,4%). De kloof tussen Wallonië en de andere gewesten blijft erg groot. Hoe kansarmer iemand is, hoe groter de kans op roken en op tabaksgerelateerde ziekten en vroegtijdige sterfte. Dit speelt tussen de regio’s onderling, maar ook binnen eenzelfde regio.
Hoe kansarmer iemand is, hoe groter de kans op roken en op tabaksgerelateerde ziekten en vroegtijdige sterfte.
Als we naar opleidingsniveau kijken, zien we onder mensen die hoger onderwijs hebben afgerond 8% dagelijkse rokers, terwijl er 18% dagelijkse rokers zijn bij de lager opgeleiden. Minder geschoolde jongeren roken meer, maar starten ook vroeger met roken.
Bij 15- tot 24-jarigen is het aantal dagelijkse rokers gedaald (van 11,1% naar 7,7%), maar het occasioneel roken nam toe (van 4,4% naar 7,1%). De neerwaartse trend van gelegenheidsrokers is daarmee duidelijk gebroken.
Ook de startleeftijd daalt: Jongeren begonnen in 2023 gemiddeld op 17,5 jaar tegenover 18,2 jaar in 2018. Terwijl je die startleeftijd liever naar omhoog ziet gaan.
Waar het roken bij mannen afneemt (van 24,5% naar 19,9%), stellen we bij vrouwen de omgekeerde beweging vast (van 14,6% naar 15,3%). Er is een inhaalbeweging van vrouwen aan de gang die we liever niet zouden zien.
Op jonge leeftijd steken de meisjes de jongens zelfs voorbij. Meer meisjes dan jongens starten immers met dagelijks roken voor de leeftijd van 16 jaar. Preventie bij meisjes moet dringend hoger op de prioriteitenlijst staan. Ook is begeleiding om te stoppen met roken essentieel voor rokende ouders, leerkrachten en andere rolmodellen... want zien roken, doet roken.
Stoppen met roken
Van de 12,8% dagelijkse rokers probeerde 36% al te stoppen het afgelopen jaar en 38,8% is van plan om in het komende jaar te gaan stoppen. Aan de andere kant is 20,6% niet van plan om te stoppen en 40,6% weet het niet. Komt dit omdat ze het “niet willen” of omdat ze denken het “niet te kunnen”?
Een belangrijk onderscheid, want het “niet kunnen” kan verholpen worden door goede begeleiding die in ons land beschikbaar is, zelfs met terugbetaling. Er wordt echter nauwelijks gebruik van gemaakt.
Diep beschaamd
Naar aanleiding van deze nieuwe resultaten uit de Gezondheidsenquête van Sciensano roept Stichting tegen Kanker op om nog harder in te zetten op tabakspreventie bij jongeren. De Stichting vraagt veel meer hulp voor de huidige rokers bij het stoppen met roken.
Hulp die naar de kwetsbare groepen trekt, daar waar die zich bevinden; zodat ook en vooral de mensen in een maatschappelijk kwetsbare positie met veel zorgen (financieel of psychisch) geholpen worden.
De Stichting vraagt veel meer hulp voor de huidige rokers bij het stoppen met roken.
Volgens het “European Cancer Inequalities Registry” van de OECD is de gezondheidsongelijkheid in België veel groter dan in andere EU-landen. Het is erg triest om vast te stellen dat lager opgeleiden vroeger sterven, onder andere door het roken. Maar het is vooral triest om te beseffen dat deze gezondheidskloof tussen groepen in de samenleving in België zoveel groter is dan in de andere EU-landen. Moeten we ons hier niet diep voor schamen?
Als we erin slagen om deze onrechtvaardige ongelijkheden op vlak van gezondheid bij kansarmere groepen aan te pakken, verminderen we tegelijkertijd de ziektekosten en periodes van werkonbekwaamheid. Als beleidsmakers de motivatie niet in het hart vinden, laat het dan in het verstand zijn.
Want het versterken van gezondheidsvaardigheden gaat volgens de European Public Health Association niet alleen over het waarborgen van individueel welzijn, maar ook over het versterken van de fundamenten van de democratie zelf.
Deze enquête helpt om bepaalde trends aan het licht te brengen. Het is essentieel dat dergelijke onderzoeken regelmatiger worden herhaald om onze beleidsmakers tijdig te waarschuwen voor de juiste maatregelen.