Maximumaantal vrouwen bij donorinseminatie: de wet is onduidelijk
In de mediaberichten over een buitenlandse spermadonor met wiens sperma in België bij 37 vrouwen in totaal 52 kinderen werden verwekt wordt doorgaans toegevoegd: 'Volgens de wet mag sperma van dezelfde donor in ons land bij maximaal zes vrouwen worden gebruikt'. Maar klopt dat wel?
Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, voorzitter VITAZ
Vorige week geraakte bekend dat in heel Europa minstens 67 kinderen bij 46 gezinnen zouden zijn verwekt met sperma van een Deense donor met een genafwijking. In België zou het gaan om 52 kinderen bij 37 vrouwen. In de Belgische pers wordt dan steevast gesteld: "Wettelijk gezien mag sperma van eenzelfde donor in ons land maximaal bij zes vrouwen gebruikt worden".
Artikel 55, eerste lid van de wet van 6 juli 2007 betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo’s en de gameten (MBV-wet) bepaalt : ‘De gameten van eenzelfde donor mogen niet gebruikt worden om bij meer dan zes verschillende vrouwen telkens één of meer kinderen geboren te laten worden’.
Volgens artikel 1, letter k, van die wet worden onder 'gameten' onder andere 'mannelijke gameten (spermatozoïden)' verstaan. Dat lijkt op het eerste gezicht een duidelijke bepaling. Maar hoe omschrijft de wet wie een donor is?
Beperkende definitie van donor
Artikel 1, p) van de MBV-wet definieert ‘donor van gameten’ als volgt: ‘persoon die bij overeenkomst ten kosteloze titel, gesloten met een centrum voor in vitro fertilisatie gameten afstaat opdat ze in het kader van medisch begeleide voortplanting worden gebruikt bij ontvangers van gameten zonder dat een afstammingsband kan worden vastgesteld tussen het ongeboren kind en de donor’.
Deze definitie van een donor zaait (sic) twijfel…
Als de donor geen overeenkomst met een IVF-centrum heeft afgesloten, voldoet hij niet aan de definitie die in de MBV-wet wordt gebruikt. In dat geval is artikel 55, eerste lid, niet van toepassing.
Het is niet ondenkbaar dat een dergelijke overeenkomst niet wordt afgesloten. Artikel 58 van de wet lijkt hier zelfs rekening mee te houden. Dat artikel begint als volgt: ‘Indien de persoon bij wie de afname wordt verricht, beslist zijn gameten te laten gebruiken in een donorprogramma…’.
Dit suggereert de mogelijkheid voor donatie zonder een overeenkomst met een IVF-centrum, zekerin het geval van een buitenlandse donor.
Aanpassing van de wet
Om iedere onzekerheid hieromtrent uit te sluiten, dringt een aanpassing van de MBV-wet zich op, door in de definitie van de donor van gameten de verwijzing naar een overeenkomst te schrappen.