Belgische wetenschappers ontdekken hoe specifieke E. coli-bacteriën darmkanker veroorzaken
Wetenschappers van de VUB en de UGent hebben ontdekt hoe bepaalde E. coli-bacteriën darmkanker veroorzaken. Dat meldt het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB).
In de wetenschappelijke wereld bestonden al vermoedens dat een bepaalde variant van E. coli, genaamd pks+ E. coli, de giftige stof colibactine produceert. Die stof is in staat het menselijk DNA aan te tasten en zo het risico op kanker te verhogen. Maar tot nu toe was het niet duidelijk hoe die pks+ E. coli de darmwand kan infiltreren en zo kanker veroorzaakt.
De auteurs van de studie, Maude Jans (VIB-UGent) en Magdalena Kolata (VIB-VUB), ontdekten dat pks+ E. coli kan schakelen tussen een zwemmende toestand en een toestand waarin het zich kan hechten aan de darmwand. Die hechting is mogelijk door specifieke bacteriële pili, lange dunne eiwitvezels op het bacteriële oppervlak die eindigen in adhesinenmoleculen die receptoren op de cellen aan de binnenkant van de darmwand kunnen binden. "We ontdekten dat deze pilusbinding het aantal, de omvang en de agressiviteit van colontumoren aanzienlijk verhoogt", zegt Jans.
Genetische factoren
De wetenschappers ontdekten ook dat het verwijderen van die adhesinen ervoor zorgt dat de bacteriën geen schade meer kunnen veroorzaken. "Die therapieaanpak is zeer veelbelovend, omdat deze zich met succes richt op schadelijke E. coli-stammen, zonder de nuttige darmmicroben aan te tasten, in tegenstelling tot antibiotica", voegt Jans nog toe. Dat is belangrijk omdat de wetenschappers aangeven dat ze een toename zien van darmkanker, vooral bij jonge mensen. De onderzoekers waarschuwen ook dat bepaalde omstandigheden zoals genetische factoren of een ongezond dieet de darmwand toegankelijker maken voor schadelijke bacteriën.
Het onderzoek, een samenwerking tussen de UGent en de VUB, werd gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature. De studie vond plaats onder leiding van de teams van prof. Lars Vereecke (VIB-UGent Centrum voor Inflammatieonderzoek) en prof. Han Remaut (VIB-VUB Centrum voor Structuurbiologie).
