De artsenkrantPremium

De weerslag van zittend leven en (gebrek aan) lichaamsbeweging

photo

Lichaamsbeweging kan men kwantificeren aan de hand van het Metabolic Equivalent of Task (MET), dat weergeeft hoeveel energie iemand verbruikt bovenop het basaal metabolisme.

"Een MET stemt overeen met een verbruik van een kilocalorie per uur en per kilogram lichaamsgewicht", duidt dr. Maxime Valet, specialist in fysische geneeskunde, revalidatie en bewegingswetenschappen aan de UCLouvain. "Het is een maat voor de hoeveelheid lichaamsbeweging."

Die hoeveelheid is:

· laag als ze beneden de drempel van 3 MET blijft;

· matig als ze schommelt tussen 3 en 6 MET;

· intensief als ze boven 6 MET ligt.

Zittend leven en lichaamsbeweging

De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) beveelt volwassenen tussen 18 en 64 jaar aan per week te voorzien in 150 tot 300 minuten matige lichaamsbeweging (3-6 MET, zoals bijvoorbeeld flink doorstappen of fietsen) of 75 tot 150 minuten intensieve lichaamsbeweging (aerobic), of een combinatie van beide. Daarnaast zijn minstens twee sessies spierversterkende oefeningen per week aangewezen. "Een combinatie van beide soorten oefeningen verkrijgt men vaak bij groepssport, racketsporten, dansen en zwemmen", aldus dr. Valet.

Zittend of sedentair gedrag verwijst naar momenten waarbij mensen zitten, liggen en achteroverleunen buiten de slaap. Het energieverbruik bedraagt daarbij minder dan 1,5 MET. "Men kan dus een zittend leven hebben omdat men bijvoorbeeld kantoorwerk doet, maar toch genoeg lichaamsbeweging op de teller zetten omdat men in zijn vrije tijd een sport beoefent. En andersom heeft een persoon die lichamelijk werk verricht geen zittend leven, maar toch kan die persoon onvoldoende lichaamsbeweging hebben als hij of zij niet aan de aanbevelingen van de WGO voldoet."

Consequenties zittend leven

Het hoeft geen betoog dat de meeste Belgen te weinig lichaamsbeweging hebben en te veel zitten. Slechts een derde van de bevolking beantwoordt aan de WGO-aanbevelingen voor lichaamsbeweging. Bovendien zitten wij Belgen gemiddeld zes uur per dag (1). "De consequenties van die twee mankementen vallen gedeeltelijk samen en versterken elkaar, maar hebben toch ieder hun eigen karakteristieke aspecten", weet dr. Valet. "Een zittend leven, bijvoorbeeld, is bijzonder ongunstig voor de cardiovasculaire en metabole gezondheid. Als men te lang zit of ligt, treden verschillende effecten op, zoals inflammatie, vasoconstrictie - waardoor (het risico op) hypertensie toeneemt - en een verhoogde insulineresistentie. Deze effecten kunnen al na een paar tientallen minuten optreden. Daarom bevelen de nieuwe WGO-richtlijnen uit 2020 aan zo weinig mogelijk te zitten." Onderzoek toont aan dat het nuttig is even recht te staan en bijvoorbeeld wat rond te lopen of zich te rekken telkens als men 30 tot 60 minuten aan één stuk gezeten heeft.

Een persoon die lichamelijk werk verricht heeft geen zittend leven, maar kan toch onvoldoende lichaamsbeweging hebben als hij of zij niet aan de aanbevelingen van de WGO voldoet

Langetermijneffecten

De gunstige effecten van lichaamsbeweging (en andersom de schade aangericht door een inactieve leefstijl) treden op langere termijn op. "Aandacht voor de cardiorespiratoire gezondheid en het bewegingsstelsel is belangrijk om niet alleen het lichaam maar ook de geest in conditie te houden."

Het beschermende effect van voldoende en regelmatige lichaamsbeweging is op verschillende manieren aangetoond. Enkele voorbeelden:

· Op de cardiovasculaire gezondheid: via een hele reeks effecten verbetert lichaamsbeweging de endotheelfunctie en daardoor de bloeddrukcurve, en beperkt het risico op trombose.

· Op het bewegingsstelsel: regelmatige en aangepaste lichaamsbeweging beschermt de gewrichten, het kraakbeen en het bot. Daardoor wordt het optreden van artrose, osteoporose en lagerugpijn afgeremd. Op hogere leeftijd zou een goede fysieke conditie het risico op vallen en de gevolgen daarvan beperken.

· Op het psychisch welzijn: omdat een actieve leefstijl een uitgesproken gunstig effect heeft op angst en depressie, worden de therapeutische aanbevelingen voor deze ziekte stilaan aan dit besef aangepast. De jongste meta-analysen wijzen uit dat het effect van lichaamsbeweging op angst en depressie vergelijkbaar is met dat van antidepressiva en psychotherapie.

· Onderzoek naar kanker toont aan dat lichaamsbeweging beschermt tegen kwaadaardige tumoren van de borst en het colon. Daarnaast beperkt lichaamsbeweging de bijwerkingen van hormonale behandelingen bij hormoonafhankelijke tumoren (van de borst en de prostaat).

· Een neuroprotectief effect: lichaamsbeweging stimuleert de neurogenese en beschermt het hersenweefsel. Mensen die voldoende bewegen zouden zowat 15% minder risico hebben om de ziekte van Alzheimer te ontwikkelen, en 20% minder risico op het volledige spectrum van dementie (2).

· Een effect op het immuunsysteem: lichaamsbeweging kan het voortschrijden van sommige auto-immune aandoeningen (multiple sclerose, spondylartritis, enzovoort) afremmen via een immuunregulerend effect. Gezegd moet wel dat duursporters gevoeliger zijn voor infecties van de bovenste luchtwegen.

Contra-indicaties, risico's en voorzorgen

Er bestaan slechts weinig absolute contra-indicaties voor lichaamsbeweging of sport. Met het oog op de gezondheidstoestand of de voorgeschiedenis van de patiënt, moeten sommige activiteiten echter mogelijk worden aangepast naar duur en intensiteit. "Lichaamsbeweging is wel te vermijden bij een acute ziekte, koorts (omdat het risico op hartinfarct daarbij toeneemt), een onstabiele hartziekte en in de eerste weken na een longembolie, bijvoorbeeld. Toezicht kan nodig zijn bij onder andere evenwichtsstoornissen, een voorgeschiedenis van cardiovasculair incident of een Charcot-voet. Personen met obesitas hebben begeleiding nodig, want zij hebben vaak onvoldoende fysieke conditie om een niet-gedragen sport (*) te beoefenen zonder zich bloot te stellen aan blessures (meer bepaald van spieren en pezen). Maar in de overgrote meerderheid van de gevallen brengt lichaamsbeweging meer voordelen dan risico's met zich mee, en mag het patiënten dan ook regelmatig aanbevolen worden."

(*) Bij een niet-gedragen sport moet de beoefenaar zelf zijn lichaamsgewicht dragen.

1. Sciensano, Gezondheidsenquête 2018.

2. Iso-Markku P et al., "Physical activity as a protective factor for dementia and Alzheimer's disease: systematic review, meta-analysis and quality assessment of cohort and case-control studies" in Br J Sports Med. 2022 Jun;56(12):701-709.

Advies om patiënten aan te moedigen

? De hoeveelheid lichaamsbeweging inschatten. "Artsen weten doorgaans of hun patiënt rookt, maar niet hoeveel hij of zij beweegt", stelt dr. Valet vast. "Dat terwijl gebrek aan lichaamsbeweging even grote risico's met zich meebrengt als roken! Men moet zijn patiënten dus vragen of ze bewegen. En zo ja, wat ze doen, wanneer en hoe."

? Peilen naar obstakels en voorkeuren: als de patiënt niet genoeg beweegt, hoe komt dat dan? Wat zijn de obstakels? En andersom, wat kan de patiënt motiveren (in groep te werk gaan, tijdstippen, specifieke uitdaging, enzovoort)? Wat zou hij graag doen: een individuele sport, in duo of in groep? Binnen of buiten? De kans is groter dat de patiënt aan de slag gaat als hij zijn eigen plan kan volgen.

? Nagaan welk aanbod er in de omgeving van de patiënt beschikbaar is: clubs, zalen, sportinfrastructuur voor verschillende profielen (ouderen, zwangere vrouwen, enzovoort)?

? Therapeutische oefeningen bij een kinesitherapeut voorschrijven - zet het letterlijk op een voorschrift! Enkele sessies kunnen volstaan om remmingen op te heffen.

? Doorverwijzen naar een specialist (cardioloog, pneumoloog, diabetoloog, enzovoort) voor een nazicht en/of gepersonaliseerd advies, naargelang de ziekte die mogelijk beperkingen oplegt.

"De arts moet aan de weg blijven timmeren", zegt dr. Valet nog. "Het is raadzaam de patiënt regelmatig te vragen hoe het staat met zijn of haar lichaamsbeweging. De bloeddruk en de glycemie zullen dalen als de patiënt beweegt, dat is duidelijk. Maar niets is zo overtuigend als de beleving van de betrokkene zelf. Patiënten zullen volhouden als ze aan den lijve ondervinden dat ze minder snel kortademig zijn, soepeler gewrichten en minder pijn hebben, beter slapen, energieker en opgewekter worden, enzovoort."

Leerdoelen

Na het lezen van dit artikel bent u vertrouwd met:

  • De definitie van de MET-waarde.
  • De stratificatie van de hoeveelheid lichaamsbeweging op basis van de MET-waarde.
  • De WGO-aanbeveling voor lichaamsbeweging bij volwassenen van 18 tot 64 jaar.
  • De definitie van een zittende leefstijl.
  • Het verschil tussen gebrek aan lichaamsbeweging en een zittende leefstijl.
  • De consequenties van een zittende leefstijl.
  • De gunstige effecten van lichaamsbeweging.
  • De contra-indicaties van lichaamsbeweging.
  • Advies om patiënten tot lichaamsbeweging aan te moedigen.
Proef ons gratis!Word één maand gratis premium partner en ontdek alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkwekelijkse newsletter met nieuws uit uw vakbranche
  • checkdigitale toegang tot 35 vakbladen en financiële sectoroverzichten
  • checkuw bedrijfsnieuws op een selectie van vakwebsites
  • checkmaximale zichtbaarheid voor uw bedrijf
Heeft u al een abonnement? Klik hier om aan te melden
Registreer je gratis

Al geregistreerd of abonnee?Klik hier om aan te melden

Registreer voor onze nieuwsbrief en behoud de mogelijkheid om op elk moment af te melden. Wij garanderen privacy en gebruiken uw gegevens uitsluitend voor nieuwsbriefdoeleinden.
Print Magazine

Recente Editie

Nu lezen

Ontdek de nieuwste editie van ons magazine, boordevol inspirerende artikelen, diepgaande inzichten en prachtige visuals. Laat je meenemen op een reis door de meest actuele onderwerpen en verhalen die je niet wilt missen.

In dit magazine