Alarmsysteem of desmopressine om enuresis nocturna te behandelen?
Turkse vorsers hebben het slaagpercentage onderzocht van twee behandelingen die vaak worden toegepast bij kinderen met een primaire monosymptomatische enuresis nocturna: toediening van gevriesdroogd desmopressine en een alarmsysteem.
De studie heeft de langetermijnresultaten onderzocht van een behandeling met gevriesdroogd desmopressine (DESM-melt) en een alarmsysteem bij patiëntjes met een primaire monosymptomatische enuresis nocturna. Tevens werd onderzocht welke factoren het welslagen van de behandeling bepalen.
Studieopzet
142 kinderen met een primaire monosymptomatische enuresis nocturna werden gerandomiseerd naar een behandeling met gevriesdroogd desmopressine (DESM-melt) of gebruik van een alarmsysteem. De therapietrouw en de respons op de behandeling werden om de maand geëvalueerd met een dagagenda waarin de patiënten het aantal episoden van enuresis noteerden. De resultaten werden geëvalueerd volgens de criteria van de International Children's Continence Society. Het slaagpercentage van de behandeling werd gemeten na 6 en 12 maanden.
Een verschil in therapietrouw
Vier kinderen uit de desmopressinegroep en 20 kinderen uit de groep die het alarmsysteem gebruikte, hebben zich na randomisatie uit de studie teruggetrokken. Na zes maanden bedroeg het succespercentage 76,8% in de desmopressinegroep en 61,8% in de alarmsysteemgroep. (Succes werd gedefinieerd als een daling van het aantal dagen met enuresis per maand met ? 90%). Na 12 maanden was het succespercentage respectievelijk 77,8% en 75%. Het slaagpercentage op lange termijn was significant hoger bij de kinderen die werden behandeld met desmopressine: respectievelijk 68,8% en 46,2% bij analyse volgens het principe van intentie tot behandelen. Bij multivariate analyse waren de behandelingsgroep, de ernst van de enuresis en het maandelijkse inkomen van het gezin onafhankelijke voorspellers van genezing na zes maanden.
Gelijkspel?
De auteurs van de studie concluderen dat het slaagpercentage met beide behandelingen vergelijkbaar is bij de patiënten die de behandeling goed naleven. Het aantal patiënten dat de behandeling heeft stopgezet, was echter duidelijk hoger in de groep waarin het alarmsysteem werd gebruikt.