Werkloosheidshervorming

Werkgroep volgt instroom in arbeidsongeschiktheid op

De werkgroep Impact Werkloosheidshervorming moet nagaan of er de komende maanden een grote instroom in de arbeidsongeschiktheid is. Dat antwoordde minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (Vooruit) op een vraag van Open VLD-kamerlid Irina De Knop.

Filip Ceulemans

De vrees bestaat dat de hervorming van de werkloosheidsuitkeringen, waarbij vanaf januari een groot aantal werklozen hun uitkering zullen verliezen, een impact zal hebben op het aantal mensen dat arbeidsongeschikt wordt verklaard. Hierbij wordt vaak het beeld van de communicerende vaten gebruikt. “Een verstrenging van de werkloosheidsreglementering mag er niet toe leiden dat mensen onterecht in de arbeidsongeschiktheid terechtkomen”, zei minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke in antwoord op een vraag van Irina De Knop (Open VLD).

Betere begeleiding

Wordt er effectief een verhoogde instroom vastgesteld, dan zullen ziekenfondsen gevraagd worden om sneller contact op te nemen met de betrokkenen. “Dat gebeurt niet met het oog op sanctionering, maar omwille van een betere begeleiding”, legde de minister uit. “Concreet komt er dan een bijkomend contactmoment

Aanleiding voor de vraag van het liberale kamerlid was een brief die medisch centrum La Chenevière in Charleroi stuurde naar patiënten die op het punt staan hun werkloosheidsuitkering te verliezen. In die brief worden de patiënten uitgenodigd een telefonische raadpleging te plannen om hun gezondheidstoestand te evalueren en hen te informeren over mogelijke medische stappen. De brief wekte minstens de indruk dat patiënten werden aangemoedigd om via ziekte of invaliditeit alsnog een vervangingsinkomen te bekomen.

Op vraag van Vandenbroucke bekeek het RIZIV de casus en stelde het vast dat er “naar de letter van de wet” geen inbreuk werd gepleegd. “Ziekenfondsen worden wel gevraagd aandacht te hebben voor dit soort situaties. Het was voor mij belangrijk om een algemene beleidsrespons uit te werken. Er komt onder meer een bijkomend contactmoment voor de vierde maand arbeidsongeschiktheid, naast de bestaande, voor iemand die uit de werkloosheid komt”, gaf Vandenbroucke nog mee.

Opmerkelijk mild

In haar respons was Irina De Knop opmerkelijk mild voor Vandenbroucke. “Zoals steeds was uw antwoord erg deskundig en gewiekt en gewogen. Het is zeker bewonderenswaardig dat u contact heeft opgenomen met de ziekenfondsen en hen heeft gesensibiliseerd. Ik vind het erg positief dat u een werkgroep opgericht hebt om de impact van de werkloosheid op de arbeidsongeschiktheid te monitoren en dat u de cijfers zult kunnen vergelijken in de komende jaren.”

Het liberale kamerlid sloot haar betoog af met kritische opmerkingen richting de ziekenfondsen. “Het mag absoluut niet de bedoeling zijn een heksenjacht te openen, maar men mag zeker ook niet blind zijn voor de dynamieken bij sommige instellingen, misschien zelfs bij sommige verzekeringsinstellingen. Dan komen we weer bij de vraag of de verzekeringsinstellingen de beste partners zijn om de arbeidsongeschiktheid vast te stellen.”