'Indruk dat men iedereen verdenkt, klopt niet'
Vandenbroucke: 'RIZIV was niet gewapend tegen gangsterisme'
FRAUDE In de Kamercommissie Gezondheid werd minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke aan de tand gevoeld over fraudedossiers in de gezondheidszorg.
De media smulden onlangs van het verhaal van een thuisverpleegkundige uit Houthulst die jarenlang fictieve of onterechte prestaties kon aanrekenen. HLN gaf een platform aan een veroordeelde apotheker die uit de doeken deed hoe hij via een achterpoortje in de software eenzelfde doosje twee keer kon aanrekenen en zo de ziekteverzekering voor 250.000 euro oplichtte.
In de Kamercommissie Gezondheid van 9 december kreeg minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke vragen van Frieda Gijbels (N-VA), Isabelle Hansez (Les Engagés), Irina De Knop (Open Vld), Kathleen Depoorter (N-VA), Natalie Eggermont (PVDA-PTB), François De Smet (DéFI) en Patrick Prévot (PS) over de manier waarop het RIZIV deze en andere fraudedossiers aanpakt.
'Gangsterisme'
In zijn uitvoerige antwoord benadrukt Vandenbroucke dat zware fraude uitzonderlijk is, en dat de overgrote meerderheid van zorgverstrekkers correct werkt. Tegelijk heeft het RIZIV volgens hem hardere wapens nodig om de “rotte appels” aan te pakken.
"Op het moment dat men aan die wapens werkt om ze te versterken, kan de indruk ontstaan dat men iedereen verdenkt. Dat is niet het geval. Dat wil ik zeer uitdrukkelijk zeggen ten aanzien van alle apothekers, thuisverpleegkundigen, artsen en kinesitherapeuten. Dat is niet hoe wij denken over de inzet van die mensen", aldus Vandenbroucke.
Volgens hem heeft de Dienst Geneeskundige Controle en Evaluatie (DGEC) van het RIZIV in het dossier van de thuisverpleegkundige niet traag of nalatig gehandeld. “Ze waren alleen niet gewapend tegen iemand die telkens opnieuw begon en uiteindelijk een zeer hardnekkige fraudeurster bleek te zijn, tegen dat soort van gangsterisme."
Nieuwe antifraudemaatregelen
Vandenbroucke kondigt een nieuw, versterkt actieplan handhaving 2026‑2030 aan met structurele maatregelen die de inspectiediensten de nodige instrumenten geven. De mogelijkheid om een RIZIV‑nummer te schorsen, die wordt ingevoerd met zijn (nog goed te keuren) Kaderwet, past daarin.
Daarnaast lichtte Vandenbroucke twee al besliste maatregelen toe: een jaarlijks aanrekeningsplafond voor thuisverpleegkundigen en meer transparantie voor patiënten over gefactureerde prestaties. Om het RIZIV sneller toegang te geven tot facturatiegegevens van de verzekeringsinstellingen, wordt gewerkt aan een centraal dataplatform.