Domus Medica tevreden met conventie-akkoord
“Grote stap voor de eerste lijn”
Het akkoord dat artsen en ziekenfondsen afgelopen nacht afsloten, kan op de goedkeuring rekenen van Domus Medica. “Ondanks de beperkte budgettaire ruimte komen er geen besparingen voor geaccrediteerde huisartsen”, zegt voorzitter Maaike Van Overloop.
Filip Ceulemans
Nadat de vergadering van de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen van maandag eindigde zonder akkoord, bereikten artsensyndicaten en ziekenfondsen afgelopen nacht toch een akkoord over een conventie voor de komende twee jaar. De enige tegenstem kwam van het socialistische ziekenfondsen Solidaris. Het akkoord werd wel goedgekeurd door minstens twee derde van de stemmen bij zowel artsen als ziekenfondsen.
“Een pluim voor Mickaël Daubie die op uitzonderlijke wijze zijn eerste conventieonderhandelingen in goede banen leidde”, geeft Domus Medica-voorzitter Maaike van Overloop een compliment aan de directeur-generaal van de Dienst Geneeskundige Verzorging van het RIZIV.
Moeilijke omstandigheden
Nochtans verliepen de onderhandelingen in moeilijke omstandigheden omdat de begroting van de regering zeer laat werd afgeklopt en de besparingen ook in de gezondheidssector groot zijn. “We moesten in een zeer korte tijdspanne een akkoord zoeken binnen een bijzonder strak financieel kader”, zegt Maaike Van Overloop. “Door het lopende besparingstraject en de sterke vraag van de specialisten om de indexmassa volledig lineair toe te passen, was de financiële marge in eerste instantie beperkt.”
“We kregen van onze algemene vergadering de duidelijke boodschap mee dat er in het akkoord elementen moeten zitten die duiden op waardering voor het werk dat huisartsen achter de schermen verrichten”, vervolgt de Domus Medica-voorzitter. “Uit de ronde van Vlaanderen die Domus Medica onlangs organiseerde bleek immers duidelijk dat het verdwijnen van de vergoeding voor de teleconsultatie werd gezien als een gebrek aan waardering voor het werk van de huisarts. Door op de onderhandelingen te wegen, zijn we erin geslaagd een aantal belangrijke zaken binnen te halen voor de huisartsen.”
Herwaardering GMD's
Zowel de vergoeding voor een GMD, een huisbezoek als een consultatie wordt met 2,72% geïndexeerd. Vanaf 2026 bedragen de nieuwe tarieven respectievelijk 33,11 euro, 48,57 euro en 33,73 euro. “De conventie houdt een krachtig engagement in om de toegankelijkheid en de continuïteit van de eerstelijnszorg te garanderen”, stelt Van Overloop vast. “In 2026 maken we ongeveer 21 miljoen euro vrij om huisartsenpraktijken te ondersteunen en hun cruciale rol in kwaliteitsvolle zorg te erkennen. Via de praktijkpremie wordt dit budget verdeeld op basis van het aantal GMD’s. Concreet betekent dit ongeveer 2,5 euro extra per GMD als waardering voor de inspanningen van huisartsen om patiënten continu en betrouwbaar te begeleiden. In 2027 is het de bedoeling dit bedrag op te trekken tot 5 euro per GMD. Berekend op duizend GMD’s zou dat neerkomen op het equivalent van 41 uur werk op jaarbasis. Dat is uiteraard minder dan het aantal uren dat we daadwerkelijk besteden aan bijvoorbeeld overleg met arbeidsartsen, adviserend artsen of CLB-artsen. Het is wel een blijk van waardering.”
Dit extra budget voor GMD’s gaat niet ten koste van de indexering van de erelonen voor huisartsen. In 2026 komt ongeveer 7 miljoen euro vrij uit het niet-benutte budget van de premie voor de ondersteuning van huisartsenpraktijken. Daarnaast zal de niet-geaccrediteerde arts geen indexatie krijgen en daalt zijn honorarium met 1,5 euro per raadpleging. Zo ontstaat een extra budget van in totaal 21 miljoen euro om de eerste lijn te ondersteunen, zonder dat de geaccrediteerde artsen erop achteruitgaan.” In de marge van de onderhandelingen werd ook bedongen dat de GMD’s in de toekomst op een correctere manier worden uitbetaald.
Spoeddiensten en huisartsenwachtposten
Het akkoord bepaalt ook wat er wel en niet in het GMD moet staan. “Dat was dringend aan modernisering toe”, zegt Maaike Van Overloop. “Bijvoorbeeld sociale determinanten ware nog niet opgenomen, terwijl ze toch belangrijk zijn. Het doel is om de therapeutische relatie te verankeren op het niveau van de huisartsenpraktijk. Dit moet een oplossing bieden voor de recente problemen in de praktijk nu het ID van de patiënt niet meer opgeslagen kan worden in het EMD. Voortaan moeten ook alle artsen mee zijn met de digitalisering en werken met EMD’s. De uitzondering die er bestond voor artsen ouder dan 70 jaar valt weg.”
Het akkoord verbetert ook de samenwerking tussen de eerste en de tweede lijn. “Kinderpsychiaters kregen al een vergoeding voor overleg met de huisarts. Dat wordt uitgebreid zodat ook huisartsen een vergoeding krijgen voor dit overleg.”
Het akkoord besteedt ook aandacht aan de problematiek van spoeddiensten en huisartsenwachtposten. “Er komt verder onderzoek naar bindende triage voor niet-planbare zorg zodat patiënten sneller de juiste zorg op de juiste plaats krijgen. De medicomut ijvert voor een volwaardig triagesysteem via het nummer 1733. De financiering van de wachtposten blijft behouden in 2026, maar kan flexibeler worden ingezet.”
“We bevinden ons in budgettair uitdagende tijden. Toch zijn er binnen dit akkoord stappen gezet die een duidelijke meerwaarde betekenen voor specialisten, huisartsen en huisartsenpraktijken, vandaag én in de komende jaren. Het akkoord creëert ruimte om enkele noodzakelijke hervormingen verder uit te werken, met inspraak van het terrein en met aandacht voor de haalbaarheid ervan”, zit Dieter Vercammen, voorzitter van Artsenbelang, op dezelfde golflengte als Maaike Van Overloop.