Vandenbroucke wil Het klachtrecht van patiënten op punt zetten
Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke wil de organisatie van het klachtrecht verbeteren, ondermeer de wijze waarop meldpunten met elkaar communiceren en hoe ze communiceren met de Toezichtcommissie.
Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, ex voorzitter VITAZ
In de plenaire vergadering van de Kamer van Volksvertegenwoordigers op 4 december werd minister Vandenbroucke door Kamerlid Nawal Farih (cd&v) en Frieda Gijbels (N-VA) ondervraagd over het dossier van grensoverschrijdend gedrag door een gynaecoloog in Tienen.
Nawal Farih wou weten: ‘Hoelang was de Federale Toezichtcommissie hiervan op de hoogte? Wat is daarmee gebeurd? Waarom werken we niet opnieuw met provinciale antennes, die veel dichter bij de ziekenhuizen en artsen staan, sneller signalen kunnen opvangen en sneller kunnen reageren, zodat we veel slagkrachtiger kunnen zijn in het belang van alle patiënten?’
Frieda Gijbels vroeg: ‘Wanneer komt er een duidelijk meldpunt voor patiënten? Hoe staat het met de Federale Toezichtcommissie? Werkt die nu naar behoren? Hoe ziet u de modernisering van het klachtrecht? Tot slot de vraag waar we allemaal mee zitten: wat zit er nog onder de waterlijn?’
Het klachtrecht van patiënten op punt zetten
In zijn antwoord op deze vragen ging de minister vooral in op de ontwikkeling van het klachtrecht van de patiënt:
‘Ik kan niet op het resultaat van dit onderzoek vooruitlopen, maar ik denk dat we uit deze situatie moeten leren. Dat houdt onder meer verband met de organisatie van het klachtrecht, met de wijze waarop de meldpunten met elkaar communiceren en hoe ze communiceren met de Toezichtcommissie over alle beleidsniveaus heen. Ik zal daarover met de ziekenhuizen moeten spreken, met de meldpunten en met de collega's in de deelstaten die daarvoor bevoegd zijn (..) We moeten echt ter harte nemen wat in het regeerakkoord reeds is aangekondigd.
Vandenbroucke zei dat hij van Vlaams minister Zuhal Demir vernomen had dat het meldpunt nog in overleg was met de betrokkene over de vraag of en hoe de klacht aan de Toezichtcommissie zou worden bezorgd. "Dat proces was nog lopende. Mevrouw Demir heeft begin oktober het groeiend aantal dossiers, ook in de zorgsector, voor het eerst in algemene zin aangekaart via mijn beleidscel bij de administratie. Er waren daarvoor nog geen pogingen ondernomen om met de federale administratie hierover te spreken."
Dat contact wordt nu gelegd, vervolgde Vandenbroucke. "De Vlaamse en de federale administraties zullen nu nadenken over het op punt stellen van de communicatie. Een bredere evaluatie is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat patiënten overal goed terechtkunnen en er geen dossiers bij één contactpunt blijven liggen."
"Voor mij staan de integriteit en de veiligheid van de patiënten voorop. Ik vind het uiterst belangrijk dat wij ons huiswerk maken en dit klachtrecht echt op punt stellen", besloot Vandenbroucke
Provinciale antennes
In haar repliek kwam Nawal Farih terug op de provinciale antennes. ‘Als u het mij vraagt, dan zouden we daar terug naartoe moeten gaan. Voor cd&v blijft nabijheid cruciaal. Er zijn grenzen aan het centraliseren, want we zien dat centralisatie vertraging oplevert en dat patiënten de weg niet vinden’.
Wellicht verwees zij naar de provinciale geneeskundige commissies die door de Zorgkwaliteitswet werden opgeheven.
In haar repliek zei Frieda Gijbels: ‘Mijnheer de minister, het is niet moeilijk te begrijpen dat er geen meldingen waren bij de Federale Toezichtcommissie, want ze is onvindbaar. Dat orgaan zou toezicht moeten houden op onze kwaliteitswet en op de patiëntenrechten en ik vind het bijzonder jammer dat daar niet meer aandacht naar is gegaan. Ik hoor u echter graag zeggen dat u werk wilt maken van een verbetering van ons klachtrechtsysteem’.