Concrete voorstellen in elk akkoord
RIZIV wil werk maken van administratieve vereenvoudiging
VOORSTELLEN Elk nieuw akkoord of overeenkomst tussen zorgverstrekkers en verzekeringsinstellingen moet voortaan een hoofdstuk met concrete voorstellen voor administratieve vereenvoudiging bevatten. Dat werd op 24 november beslist op het Verzekeringscomité van het RIZIV.
Het initiatief is onderdeel van een plan van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke om administratieve last te verminderen.

Verplicht in akkoord
De akkoorden- en overeenkomstencommissies voor de verschillende beroepsgroepen (zoals de NCAZ voor de artsen) moeten voorstellen formuleren, die in een apart hoofdstuk in elk nieuw akkoord of overeenkomst worden opgenomen. Het moet gaan om een beperkt aantal betekenisvolle en haalbare voorstellen.
Sectoren die niet over een akkoorden- of overeenkomstencommissie beschikken, of andere actoren zoals bv. de industrie, kunnen voorstellen rechtstreeks aan de RIZIV-administratie bezorgen.
Het Verzekeringscomité krijgt een rol in de globale aansturing en opvolging van de initiatieven voor administratieve vereenvoudiging.
Voorstellen die buiten de bevoegdheid van het RIZIV vallen, zullen aan de desbetreffende administratie of overheden worden overgemaakt.
Sectoren die niet over een akkoorden- of overeenkomstencommissie beschikken, kunnen voorstellen rechtstreeks aan de RIZIV-administratie bezorgen
Taskforces
Daarnaast komen er twee ‘taskforces’. Een eerste, onder leiding van Maruja Van Baelen, directeur-generaal Reglementering bij de FOD Sociale Zekerheid, verzamelt voorstellen van de werkgevers- en werknemersorganisaties voor administratieve vereenvoudiging.
De tweede taskforce staat onder leiding van Sofie De Broe, directrice datastrategie en data governance, en deputy van de leidend ambtenaar van het Health Data Agency (HDA), en onderzoekt aspecten die met registratielast te maken hebben.
"De werkgroep heeft aandacht voor gestandaardiseerd, gecodeerd en kwaliteitsvol registreren en speelt haar rol in de EHDS-implementatie en het beschikbaar maken van gezondheidsgegevens voor de zorg en voor hergebruik. Het doel is om acties te identificeren bij de verschillende stakeholders met als doelen de kwaliteitsvolle registratie en de verlaging van de registratielast. Hierbij gaat het zowel over primair als secundair gebruik, zowel in eerste als tweede lijn", luidt het.
Administratieve last arbeidsongeschiktheid vermindert
RIZIV informeert over veralgemening Mult-eMediatt vanaf 1 januari
Vanaf 1 januari 2026 treden twee nieuwe maatregelen in werking rond het voorschrijven van arbeidsongeschiktheid. De verplichting om attesten elektronisch door te sturen zal volgens het RIZIV de werklast van zorgprofessionals verlichten.
Vanaf 1 januari 2026 moeten huisartsen alle arbeidsongeschiktheidsattesten van meer dan 14 dagen, of verlengingen, elektronisch via Mult-eMediatt naar het ziekenfonds van hun patiënt sturen. De voorafgaande toestemming van de patiënt om deze attesten elektronisch te versturen is dus niet langer nodig.
De patiënt kan wel nog een papieren attest voor zijn werkgever ontvangen indien nodig. Het papieren attest voor het ziekenfonds blijft van toepassing bij een arbeidsongeschiktheid van 14 dagen of minder.
Werklast verminderen
"Administratieve vereenvoudiging staat centraal in federale gezondheidszorgprojecten. Het doel is de werklast van zorgprofessionals te verlichten en hun kostbare tijd vrij te maken voor de zorg en ondersteuning van hun patiënten. De elektronische verzending van het arbeidsongeschiktheidsattest maakt deel uit van deze logica", zegt Clara Arbesu, directeur-generaal van de Dienst voor uitkeringen van het RIZIV.
Mult-eMediatt is geïntegreerd in de medische software en zorgt ervoor dat de arts niet meer moet kiezen tussen verschillende modellen van attesten, afhankelijk van de professionele status van zijn patiënt. In toekomstige versies van Mult-eMediatt zal een e-attest ook naar andere ontvangers verzonden kunnen worden.
Vanaf 2026 mag de duur van elke periode van arbeidsongeschiktheid niet langer dan drie maanden bedragen, ongeacht de ernst van de ziekte. Deze periode kan worden verlengd met een periode van telkens maximaal drie maanden wanneer de huisarts, specialist, tandarts of verloskundige dit noodzakelijk acht.
Wanneer we dit schrijven moet de Kamer de relevante wetgeving nog goedkeuren, maar het RIZIV wil voorschrijvers van arbeidsongeschiktheid alvast informeren over de start van deze twee nieuwe maatregelen, in principe op 1 januari 2026. Het RIZIV zal in een tweede fase communiceren met de patiënten via de ziekenfondsen.