Samen rond de patiënt?
Symposium dagziekenhuis en thuishospitalisatie
Erik Derycke
Hoe zorgen we ervoor dat de overgang van zorg tussen ziekenhuis, huisarts, thuiszorg en andere zorgpartners naadloos verloopt? Dat was het onderwerp van een symposium georganiseerd door Zorgnet-Icuro, Domus Medica, i-mens en Wit-Gele Kruis Vlaanderen.
De trend naar kortere ziekenhuisverblijven, daghospitalisaties, thuishospitalisaties en telemonitoring noemden de organisatoren voorzichtigheidshalve een (r)evolutie voor de zorg. Voor Pedro Facon, adjunct-administrateur-generaal van het RIZIV, mag de letter r tussen haakjes best geschrapt worden. “België is geen land van revoluties maar van geleidelijke evolutie.”
Facon wees erop dat het chirurgisch dagziekenhuis al sinds 1997 bij KB geregeld is. Hij gaf toe dat de traagheid waarmee zaken veranderen hem soms frustreert, maar voegde eraan toe: “Zonder overleg gaan we er niet komen. Het terrein moet willen volgen.”
Uit de RIZIV-cijfers blijkt dat het aantal opnames in zowel chirurgisch als niet-chirurgisch dagziekenhuis in stijgende lijn zit, maar er zijn grote verschillen tussen regio’s en provincies. Dat wijst volgens Facon op ruimte voor rationalisatie, op voorwaarde dat medische veiligheid, een sterke eerste lijn en de thuissituatie van patiënten centraal blijven staan.
Thuishospitalisatie startte als pilootproject in 2015 en is sinds 2022 ingeschreven in de ZIV-wet. De complexe verdeling van beslissingen en verantwoordelijkheden tussen alle betrokkenen maakt thuishospitalisatie echter ‘zeer complex’.
De complexe verdeling van beslissingen en verantwoordelijkheden tussen alle betrokkenen maakt thuishospitalisatie ‘zeer complex'
Facon gelooft in de voordelen van telemonitoring, maar het kaf moet van het koren gescheiden worden. “Het heeft geen zin data te verzamelen als daar niets mee gebeurt.” Bovendien mag de digitale geletterdheid van de patiënt niet overschat worden.
Facon besloot met een blik op het bredere plaatje: gezien de enorme budgettaire uitdagingen, zal structurele hervorming in de gezondheidszorg onvermijdelijk zijn. “We gaan er niet komen door links en rechts een vergoeding te schrappen.” Hij vroeg zich af of de ernst wel doordringt. “Een land waar een vrouw kan kiezen uit acht materniteiten binnen 30 minuten rijtijd, is geen land met een begrotingsprobleem.”
Communicatie als bottleneck
Huisarts Piet Vanden Bussche, pionier van nazorgprojecten sinds 1997, legde een oud zeer bloot: gegevensdeling. Na dertig jaar lukt het ziekenhuizen nog altijd niet om de huisarts op het ontslagmoment een brief te bezorgen. Het resultaat vat hij zelf samen: “Als ik met mijn patiënt praat, is hij verbaasd dat ik niet weet wat er in het ziekenhuis is gebeurd.”
Hij wijst ook op grote kwaliteits- en veiligheidsproblemen op de randen tussen zorgsystemen, zowel binnen de eerste lijn als tussen de eerste en 'hogere' lijnen. Maar dat is geen argument tegen transmurale zorg: “randen, hoe marginaal ze ook lijken, zijn vaak de bron van innovatie en vooruitgang”.
Prof. dr. Marc Coppens (UZ Gent, voorzitter BAAS) belichtte de groei van daghospitalisatie dankzij anesthesiologische vooruitgang, minimaal invasieve technieken en ERAS-protocollen. Hij wees er wel op dat de financiering via ingrepenlijsten intussen erg complex is geworden. Ook Coppens wees op het belang van communicatie: “Je kan een patiënt niet om acht uur ’s avonds naar huis sturen zonder vooraf voldoende uitleg te geven aan de eerste lijn.”
Veelbelovend maar weerbarstig
Leen Magchiels (Wit-Gele Kruis Vlaanderen) en Dominique Van Herpe (i-mens) schetsten een duurzaam model voor thuishospitalisatie voor oncologie en OPAT (Outpatient Parenteral Antimicrobial Therapy).
Gegevensuitwisseling met ziekenhuis-EPD’s is een pijnpunt. De software van thuisverpleegkundigen kan gestructureerde data (FHIR) nog niet inlezen, waardoor ziekenhuizen informatie noodgedwongen als pdf moeten exporteren. Alles staat of valt met heldere afspraken, was ook hier de boodschap.
Gezondheidseconoom en huisarts-onderzoeker Geert Goderis pleitte voor een versterkte eerste lijn en taakdelegatie. Een telefoon over een ontslag hoeft niet door de huisarts zelf te worden beantwoord; een praktijkassistent kan dat perfect doen en daarna de arts op de hoogte brengen. Zijn boodschap was onomwonden: “We moeten af van het idee dat de huisarts alles zelf moet doen. Want dan belandt de huisarts in een bullshit job (naar de term van David Graeber, red.).”
Charter
Op het symposium ondertekenden Domus Medica, i-mens, Wit-Gele Kruis Vlaanderen en Zorgnet-Icuro een charter met als doel betere en meer geïntegreerde zorg voor de patiënt. Nieuwe zorgmodellen vragen nieuwe afspraken tussen zorgverleners over wie wat doet, wanneer en hoe. Lokale netwerken, gedeelde informatie en transmurale zorgpaden zijn hierbij sleutelwoorden. Het vertrekpunt moet echter steeds de patiënt zelf zijn.
“Iedereen heeft de mond vol over geïntegreerde zorg; wij slaan de handen in elkaar en maken er werk van”, zei Margot Cloet (Zorgnet-Icuro).