Gezondheidszorgdoelstellingen voor 2025-2030 liggen vast
De Algemene Raad van het RIZIV heeft vijf prioritaire gezondheidszorgdoelstellingen vastgelegd die het federale gezondheidszorgbeleid zullen sturen tijdens de legislatuur 2025-2030. Mickaël Daubie, directeur-generaal van de Dienst Geneeskundige Verzorging van het RIZIV, licht deze toe voor Artsenkrant.
Uit de acht gezondheidszorgdoelstellingen die de Commissie Gezondheidszorgdoelstellingen (GDOS) onder voorzitterschap van prof. Erik Schokkaert in haar allereerste advies had voorgesteld (zie Artsenkrant 2796), selecteerde de Algemene Raad van het RIZIV er drie als prioritair: de organisatie van de eerstelijnszorg, de toegankelijkheid van zorg en preventie.
Daarnaast vormen twee transversale gezondheidszorgdoelstellingen — het gestructureerd gebruik van gezondheidsgegevens en het verbeteren van de doeltreffendheid van zorg — de fundamenten van het hele systeem.
Eerstelijnszorg als spil

Het versterken van de eerstelijnszorg noemt Mickaël Daubie “de meest omvattende gezondheidszorgdoelstelling”. De ambitie is om te komen tot multidisciplinaire teams die de continuïteit van zorg garanderen en goed samenwerken met de tweede lijn. Dit moet tegelijk antwoorden bieden op uitdagingen zoals vergrijzing, personeelstekorten en de toename van chronische aandoeningen.
“Het versterken van de eerstelijnszorg is het beste antwoord op de stijgende vraag naar zorg. Dat vergt een betere taakverdeling tussen zorgverleners, een vlottere samenwerking tussen huisartsen, apothekers, verpleegkundigen en een sterke koppeling met de ziekenhuizen”, zegt Daubie.
Onder druk
De tweede prioritaire doelstelling is het verbeteren van de toegankelijkheid in al haar vormen: financieel, geografisch en menselijk. Lange wachttijden, het uitstellen van zorg om economische redenen en een onevenwichtige spreiding van zorgverleners baren zorgen. “Wat heb je aan een performant systeem als het buiten bereik ligt van een deel van de bevolking?”, vraagt Daubie zich af
De doelstelling raakt aan de spreiding van zorgprofessionals, de opvangcapaciteit van zorginstellingen, en de ontwikkeling van alternatieve oplossingen zoals teleconsultatie. Ook het versterken van gezondheidsvaardigheden is volgens Daubie essentieel om ongelijkheid tegen te gaan.
Preventie
De derde prioritaire gezondheidszorgdoelstelling, preventie, is volgens Daubie essentieel om de zorgvraag structureel te verlagen. “We moeten vroeger ingrijpen bij mentale gezondheid, musculoskeletale aandoeningen en chronische ziekten, en re-integratie ondersteunen.” Hij bepleit een interfederaal plan, omdat het preventiebeleid versnipperd is over verschillende beleidsniveaus. Preventie moet een doorlopende strategie worden, niet enkel beperkt tot afzonderlijke campagnes.
Gezondheidsdata
Het gebruik van gestructureerde gezondheidsgegevens is volgens Daubie “de hoeksteen van het systeem". Het RIZIV zal zelf het voortouw nemen in de uitrol van een coherente datastrategie, in nauwe samenhang met het eGezondheidsplan en de toekomstige Health Data Authority. Betere data-uitwisseling moet zowel de patiëntenzorg als het beleid versterken.
Doelmatigheid
De andere transversale doelstelling is het verhogen van de doelmatigheid van de zorg. Dit draait volgens Daubie niet om besparingen, maar om slimmere organisatie. “Het doel is beter doen met de beschikbare middelen, niet minder doen.” Het vermijden van dubbele onderzoeken, inzetten op geïntegreerde zorgtrajecten en werken met evidence-based praktijken staan centraal.
Actie
De Commissie voor Gezondheidszorgdoelstellingen zal nu voor elk prioritair domein SMART-indicatoren uitwerken. Dat werk moet in een meerjarenperspectief worden geplaatst, maar al in 2026 eerste resultaten opleveren via de begrotingsopdracht van de regering.
“Het is niet de bedoeling om een stapel goede voornemens te creëren, maar om elke vooruitgang zichtbaar en toetsbaar te maken”, benadrukt Mickaël Daubie. “Zo stappen we af van een cultuur van improvisatie.”
Positieve reacties
Vanuit diverse hoeken wordt positief gereageerd op het vastleggen van gezondheidszorgdoelstellingen door de Algemene Raad – een orgaan waarin ziekenfondsen, vakbonden, werkgevers en vertegenwoordigers van de overheid samen beslissen en waarin zorgverstrekkers met een raadgevende stem vertegenwoordigd zijn.
“Het is positief dat we kunnen uitgaan van doelstellingen en indicatoren die wetenschappelijk verantwoord en evidence -based zijn”, zegt dr. Stan Politis (BVAS). Marieke Geijsels (AADM/Domus Medica) is blij dat onder 'toegankelijkheid' niet verstaan wordt dat een patiënt altijd en overal terecht moet kunnen bij de zorgverstrekker die hij wenst. “Pre-triage en triage zijn belangrijk om ervoor te zorgen dat het systeem niet overbelast wordt."
CM-voorzitter Luc Van Gorp is verheugd dat de focus van het beleid verschuift van verschillende ‘silo’s’ naar ruimere maar concrete doelstellingen. “De vraag is niet meer: hoeveel heeft elke beroepsgroep nodig, of hoeveel kreeg die beroepsgroep historisch, maar: hoeveel heeft een patiënt nodig om écht goed verzorgd te worden?” (E.D.)