ArtsenkrantPremium

'De manier waarop het overleg plaatsvindt, moet gemoderniseerd worden'

photo

Sterke gesprekspartners zijn nodig in het overlegmodel van de gezondheidszorg. Maar het overlegmodel zelf is wel aan modernisering toe, zegt de nieuwe medicomut-voorzitter.

De derde pijler in de Quintuple Aim, naast de patiënt en de zorgverstrekker, is het systeem zelf: hoe kunnen we het leefbaar en duurzaam houden, vervolgt Daubie. "Preventie zal daar zoals gezegd een rol in spelen. We moeten ook meer kiezen voor doelmatige zorg. Die term heeft jammer genoeg een negatieve connotatie gekregen: in de hoofden van de zorgverstrekkers betekent 'doelmatige zorg' vaak 'besparen'. Maar wie kan met de hand op het hart zeggen dat elke zorg in dit land echt nuttig is, of een toegevoegde waarde heeft voor de patiënt? De budgetten die we vrijmaken door ondoelmatige zorg te reduceren, kunnen we herinvesteren in andere domeinen. Doelmatige zorg is geen manier om te besparen, maar om middelen beter te besteden."

In de hoofden van de zorgverstrekkers betekent 'doelmatige zorg' vaak 'besparen

In dit kader geeft het RIZIV feedback aan individuele zorgverstrekkers over hun behandel- en voorschrijfgedrag. Een recente omzendbrief over antibiotica schoot bij heel wat artsen echter in het verkeerde keelgat. Daubie heeft daarvoor begrip. "Principieel kan niemand ertegen zijn dat we rationeel voorschrijfgedrag stimuleren. Maar ik stel ook vast dat de manier waarop soms vragen oproept. Nu, die indicatoren voor antibiotica waren wel opgesteld door de NRKP (Nationale Raad voor Kwaliteitspromotie) waarin vertegenwoordigers van de universiteiten, de zorgverstrekkers, de verzekeringsinstellingen en de overheid zitten. De zorgverstrekkers hebben die indicatoren dus mee goedgekeurd. Het is echt de richting die we moeten uitgaan, maar we moeten meer inspanningen doen om het goed uit te leggen."

Mickaël Daubie: "Meer in het algemeen moeten we als RIZIV nog meer aandacht geven aan communicatie - we zijn een overheidsinstelling, en communiceren zit helaas niet in ons dna (lacht)."
Mickaël Daubie: "Meer in het algemeen moeten we als RIZIV nog meer aandacht geven aan communicatie - we zijn een overheidsinstelling, en communiceren zit helaas niet in ons dna (lacht)."© JDB

"We investeren ook in de roadmap eGezondheid. Zo ontwikkelen we een clinical decision system voor medische beeldvorming, bepaalde geneesmiddelen en klinische biologie. Op die manier ondersteunen we artsen om nog betere zorg te bieden. Opnieuw: dat is geen besparing, maar een efficiënte besteding van de middelen."

Overleg moderniseren

Daubie is ook voorzitter van de Nationale Commissie Tandheel- kundigen-Ziekenfondsen. Toen dit jaar bleek dat de vooropgestelde conventioneringsgraad van 60% bij tandartsen niet gehaald werd, verlaagde minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke de drempel om de nieuwe overeenkomst toch in werking te laten treden. Op het symposium ter gelegenheid van 60 jaar RIZIV merkte Vandenbroucke daarna op dat het overlegmodel wat hem betreft aan vernieuwing toe is.

"Het conventiesysteem met de syndicaten als gesprekspartners is belangrijk voor tariefzekerheid. We stellen dat niet in vraag", zegt Daubie. "Maar de manier waarop het overleg plaatsvindt, moet wel gemoderniseerd worden. Misschien moeten we meer naar een soort contract gaan waarvoor alle partijen zich engageren. De overheid engageert zich voor de indexering van de uitgaven en een bepaalde groeinorm. De zorgverstrekkers engageren zich voor kwaliteit van de zorg en garanderen tariefzekerheid voor het meest kwetsbare deel van de bevolking, de VT-patiënten die beschermd moeten worden. Maar daarnaast moeten we zorgverstrekkers ook bepaalde flexibiliteit geven voor andere patiënten. Iedereen moet een inspanning doen."

Ik vind dat we ook over de kwaliteit van de zorg transparanter moeten zijn

Sterke gesprekspartners

Ook de structuur van het overleg kan anders, vindt Daubie. "We hadden het er al over dat de zorg multidisciplinair wordt - dat betekent dat ook het overleg multidisciplinair moet worden. Nu zijn er aparte commissies voor artsen, tandartsen, kinesisten - terwijl bijvoorbeeld ergotherapeuten, psychologen en mondhygiënisten geen commissie hebben. De oplossing is niet dat we voor elk beroep een aparte commissie maken. We moeten denken aan een soort transversale overeenkomstencommissie waarin ook andere beroepen een rol kunnen spelen."

Daubie heeft oor naar de vraag van de artsensyndicaten om hun werking te ondersteunen. "We willen sterke gesprekspartners. Maar ook hier moeten we blijvend engagement vragen. We willen een betere financiering voorzien, maar dan verwachten we ook meer inspanning en inzet voor het overleg. Dan is het een win-win. De syndicaten klagen soms dat er te veel werkgroepen, pilootprojecten en fora zijn - maar we betalen hen net zodat ze mensen kunnen vrijmaken om daaraan deel te nemen. Het systeem moet ook billijk blijven: de artsensyndicaten krijgen nu al meer dan andere gezondheidszorgberoepen."

Op het symposium 60 jaar RIZIV pleitte adjunct-administrateur-generaal Pedro Facon voor meer transparantie in het overleg. Daubie schaart zich achter deze oproep. "Ik vind het maar normaal dat op termijn na elke vergadering een beknopt verslag met de genomen beslissingen sneller gepubliceerd wordt op onze website. We nemen beslissingen die alle zorgverstrekkers aanbelangen, en dus is het belangrijk dat iedereen daarvan op de hoogte is."

"Meer in het algemeen moeten we als RIZIV nog meer aandacht geven aan communicatie - we zijn een overheidsinstelling, en communiceren zit helaas niet in ons dna (lacht). Soms keuren we een project goed, en denken we dat de kous af is zodra het gepubliceerd is. We hebben dat gezien bij het zorgtraject 'Long-COVID'. Dat was een mooi project, maar het werd minder dan verwacht gebruikt. Dat is jammer natuurlijk. Dit kan door verschillende factoren worden verklaard - waaronder communicatie, waarvoor we veel meer inspanning moeten doen. Na die eerste vaststellingen gebeurden er wel degelijk aanpassingen aan het aanbod, met aandacht voor de noden van patiënt en zorgverlener."

"Ik vind dat we ook over de kwaliteit van de zorg transparanter moeten zijn. Empowerment van de patiënt betekent dat de patiënt over alle elementen beschikt om een correcte beslissing te kunnen nemen. Het overleg met de arts is daar één element van, maar het RIZIV heeft ook bepaalde informatie over aantallen ingrepen, de kwaliteit, enzovoort - en die informatie moet ook publiek worden. Daar mogen geen taboes bestaan."

Wie is Mickaël Daubie?

Mickaël Daubie werkt al 20 jaar voor het RIZIV, waar hij meteen na het behalen van zijn doctoraat in de economie aan de slag ging.

Hij werkte er eerst in de sector ziekenhuizen, waar hij het geneesmiddelenforfait, de referentiebedragen, het forfait daghospitalisatie en de laagvariabele zorg introduceerde.

Vanaf 2011 leidde hij de afdeling Onderzoek, Ontwikkeling en Kwaliteitsbevordering. In januari 2023 werd hij directeur-generaal van de Dienst Geneeskundige Verzorging - een functie die hij al eerder ad interim vervulde. Sinds 1 juli 2024 is hij voorzitter van de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen - de 'medicomut'.

Commissie gezondheidszorg-doelstellingen van start

Sinds dit jaar is er een nieuwe speler in het overlegmodel: de 'Commissie gezondheidszorgdoelstellingen'. Daubie is alvast enthousiast. "We hebben een eerste vergadering gehad op 3 juli, in een heel positieve sfeer."

De commissie telt zes leden uit de wetenschappelijke wereld, drie vertegenwoordigers van de zorgverstrekkers en drie van de verzekeringsinstellingen, en zal bij het begin van elke legislatuur op basis van de Quintuple Aim doelstellingen vastleggen voor het zorgsysteem.

"De commissie zal niet zeggen hoe die bereikt moeten worden: het is aan de zorgverstrekkers en verzekeringsinstellingen om de doelstellingen te vertalen naar concrete acties. Dat zal een andere manier van werken vragen - waar nu iedereen in zijn eigen koker zit, zullen we meer moeten samenwerken om de doelstellingen te bereiken", zegt Daubie.

'De nomenclatuurhervorming is een gigantische werf'

Een belangrijk dossier op de agenda van de NCAZ is de nomenclatuurhervorming. Voor de eerste fase - het beschrijven van alle prestaties - moet het voor artsen belangrijke onderdeel ACA (raadplegingen, huisbezoeken, permanenties en dergelijke) nog afgerond worden. Daubie hoopt daarmee dit jaar te kunnen landen.

In fase 2 worden alle prestaties gerangschikt op een relatieve waardeschaal, en wordt het honorarium opgedeeld in een professioneel deel en een kostendeel. Ook deze fase moet eind 2024 afgerond zijn.

Pas in de derde en laatste fase wordt de hoogte van honoraria en remgeld vastgelegd. Vooraleer dat gebeurt, komt er een pilootproject, met de nieuwe omschrijvingen en toepassingsregels, maar nog zonder nieuwe tarieven, zegt Daubie. "De hervorming moet immers budgetneutraal blijven. Na fase 2 kennen we wel een relatieve waardeschaal, maar weten we nog niet hoe vaak de 'nieuwe' prestaties aangerekend zullen worden. Die informatie hebben we nodig om de definitieve honoraria te berekenen binnen een gelijkblijvend budget."

De hervorming wil ook prestaties die vandaag ondergewaardeerd zijn beter vergoeden. "Sommige artsen zullen daar blij mee zijn, en meteen de nieuwe tarieven willen hanteren. Maar omdat er geen middelen bijkomen, zullen andere artsen hun inkomen zien dalen. Hoe gaan we dat doen: in één keer, of gespreid in de tijd zodat de overgang minder abrupt is? Dat is geen technische maar een politieke beslissing. Ze heeft ook impact op de ziekenhuizen, die afhankelijk zijn van afdrachten. Ook dat moeten we eerst modelleren en temperen."

"De nomenclatuurhervorming is een gigantische werf voor ons en voor de zorgverstrekkers, en er zijn nog veel uitdagingen om alles in orde te krijgen. Maar ik heb er vertrouwen in dat we de hervorming kunnen laten slagen. Stelselmatig zal communicatie alsmaar belangrijker worden; zo worden voor bepaalde doelgroepen nu al infosessies georganiseerd, en dat wordt later veel breder en algemener."

"De hervorming gebeurt op een wetenschappelijke basis die de tijdsduur, complexiteit en risico van elke prestatie in kaart brengt. Ik hoop dat die wetenschappelijke aanpak artsen ervan kan overtuigen dat de resultaten van de hervorming verantwoord zijn."

De hervorming is ook een kans om de nomenclatuur te digitaliseren en te moderniseren, zegt Daubie. "Dat is minder zichtbaar voor de artsen, maar belangrijk voor de achterliggende processen. Vandaag worden de nomenclatuur en de toepassingsregels via een berg pdf-documenten beheerd. De nieuwe nomenclatuur wordt een nieuwe databank die veel makkelijker geïntegreerd kan worden in software voor artsen en ziekenhuizen. Daardoor zullen veel interpretatieproblemen en onzekerheden verdwijnen."

Proef ons gratis!Word één maand gratis premium partner en ontdek alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkwekelijkse newsletter met nieuws uit uw vakbranche
  • checkdigitale toegang tot 35 vakbladen en financiële sectoroverzichten
  • checkuw bedrijfsnieuws op een selectie van vakwebsites
  • checkmaximale zichtbaarheid voor uw bedrijf
Heeft u al een abonnement? 
Registreer je gratis

Al geregistreerd of abonnee?

Registreer voor onze nieuwsbrief en behoud de mogelijkheid om op elk moment af te melden. Wij garanderen privacy en gebruiken uw gegevens uitsluitend voor nieuwsbriefdoeleinden.
Print Magazine

Recente Editie

Nu lezen

Ontdek de nieuwste editie van ons magazine, boordevol inspirerende artikelen, diepgaande inzichten en prachtige visuals. Laat je meenemen op een reis door de meest actuele onderwerpen en verhalen die je niet wilt missen.

In dit magazine