Raad van State velt arresten over toelatingsexamen arts
De Raad van State velde recent twee arresten waarin een verzoek tot schorsing van de beslissing dat een kandidaat niet slaagde voor het toelatingsexamen voor arts werd afgewezen.
Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, ex-voorzitter VITAZ
Gisteren meldde HLN dat de Raad van State de beslissing van de examencommissie om een deelnemer aan het toelatingsexamen voor arts uit de rangschikking te schrappen, heeft geschorst. Een woordvoerder van de Raad van State bevestigt het nieuws.
Volgens HLN zou de redenering van de Raad van State zijn dat niet bewezen kan worden dat de studenten andere webpagina's, zoals die van ChatGPT, hebben geopend tijdens hun examen.
Het arrest waarnaar HLN verwijst, is nog niet gepubliceerd. Dat is wel het geval voor twee andere beslissingen in verband met het toelatingsexamen. In twee arresten wijst de Raad van State telkens een verzoek tot schorsing van de beslissing dat een kandidaat niet slaagde af.
Temperatuurverschillen zijn geen ongelijke behandeling
De eerste verzoekster nam op 2 juli 2025 deel aan het toelatingsexamen voor de opleiding tot arts. Zij behaalde een totale score van 157/240, hetzij één punt onder de cesuur om gunstig te worden gerangschikt.
Verzoekster stelde een verzoek tot heroverweging in bij de interne beroepsinstantie. Op 2 september 2025 besliste de interne beroepsinstantie van het toelatingsexamen arts om het beroep van verzoekster ontvankelijk, doch ongegrond te verklaren.
In de procedure voor de Raad van State werd als eerste middel de schending van het gelijkheidsbeginsel aangevoerd. Op de dag van het examen bestonden er namelijk extreme temperatuurverschillen tussen de examencentra. Zo bedroeg de buitentemperatuur in Antwerpen, de stad waar verzoekster het examen aflegde, in de namiddag ongeveer 34°C, terwijl in Brugge slechts 22°C werd bereikt.
Verzoekster acht het gelijkheidsbeginsel geschonden doordat de kandidaten aldus in sterk verschillende omstandigheden het examen moesten afleggen.
De Raad van State wees dit argument af: het toelatingsexamen is een grootschalige organisatie die op verschillende locaties plaatsvindt, zodat een volledig identieke examenomgeving op het eerste gezicht hoe dan ook niet kan worden gewaarborgd.
Ook een tweede middel waarin de deskundigheid van de examencommissie in twijfel werd getrokken, werd als niet ernstig beoordeeld (Arrest 264.325 van 25 september 2025).
De Raad van State is geen tweede beroepsinstantie
De tweede verzoekster nam op 2 juli 2025 deel aan het toelatingsexamen voor de opleiding tot arts. Zij behaalde een totale score van 149/240 en werd niet geslaagd verklaard en (bijgevolg ook) niet gunstig gerangschikt.
Verzoekster stelde een verzoek tot heroverweging in bij de interne beroepsinstantie. Op 2 september 2025 besliste de interne beroepsinstantie van het toelatingsexamen arts om het beroep van verzoekster ontvankelijk, doch ongegrond te verklaren.
De Raad van State stelt dat hij begrip heeft voor de persoonlijke omstandigheden van verzoekster en de hindernissen die zij door haar beperking in haar studieparcours kan ondervinden.
De Raad benadrukte evenzeer dat hij slechts een wettigheidsrechter is, en dat zijn bevoegdheid niet erin bestaat de beoordeling die de beroepsinstantie op basis van alle elementen van het dossier heeft gedaan, over te doen, om zijn eigen appreciatie in de plaats te stellen als ware hij zelf een beroepsinstantie.
Het gaat daarbij niet aan de Raad van State voorbij dat de bestreden beslissing, indien zou blijken dat ze in juridisch opzicht standhoudt, voor verzoekster aanzienlijke gevolgen heeft, bijvoorbeeld, maar daarom niet uitsluitend, voor haar verdere studieloopbaan.
Dat begrip mag evenwel niet de maat zijn aan de hand waarvan de Raad zijn wettigheidstoezicht uitoefent.
De verzoekster voerde zeven middelen aan, waaronder de schending van het gelijkheidsbeginsel, de zorgvuldigheidsplicht en de motiveringsplicht. Geen van die middelen kon de Raad van State echter overtuigen zodat het verzoek tot schorsing werd afgewezen (arrest 264.438 van 6 oktober 2025).