Programma voor Ongediagnosticeerde Zeldzame Aandoeningen
Tien jaar speurwerk levert 138 diagnoses op
De voorbije tien jaar bestudeerde het PrOZA-team van het UZ Gent 768 patiënten die geen verklaring vonden voor hun ziektesymptomen. Bijna één op vijf (18%) kreeg uiteindelijk een diagnose.
Filip Ceulemans
Patiënten met een zeldzame aandoening wachten gemiddeld negentien jaar op een correcte diagnose. “Het is aan ons als multidisciplinair team om daar verandering in te brengen”, legt medisch geneticus prof. Bruce Poppe uit waarom het UZ Gent in 2015 het Programma voor Ongediagnosticeerde Zeldzame Aandoeningen (PrOZA) oprichtte. “Elke diagnose is een grote stap vooruit voor een patiënt en zijn familie.”
Innovatieve genetische technologie
De afgelopen tien jaar meldden zich via hun behandelende arts 1.453 patiënten aan bij het PrOZA-team. Zes op de tien zijn vrouwen, 94% is ouder dan 18 jaar en 42%kampt met neurologische problemen. In het begin liep het aantal aanmeldingen eerder traag omdat het programma nog onbekend was. “Maar al snel zagen we het aantal aanmeldingen flink toenemen”, zegt prof. Poppe. Omdat doorverwijzende artsen de resultaten zien van ‘cold cases’ die worden opgelost door innovatieve genetische technologie, blijft het aantal aanmeldingen toenemen.
Bij ongeveer de helft van de patiënten (768) vermoedde het team een onderliggende zeldzame aandoening en startte het een uitgebreid onderzoek op. Achtte het team het onwaarschijnlijk dat er sprake was van een zeldzame ziekte (685 patiënten), dan kreeg de verwijzende arts feedback met verder advies of volgde er een gerichte verwijzing.
Exoomsequencing
383 van de onderzochte patiënten ondergingen meteen een genetisch onderzoek. Een analyse van de DNA-keten, uitgevoerd via een exoomsequencing, toont aan waar de ziekmakende verandering in de genetische code zich bevindt. De andere 385 patiënten kwamen op raadpleging, waarna er vaak extra bloedanalyses en beeldvorming volgden.
Uiteindelijk kregen 138 patiënten een diagnose. Vier op vijf diagnoses hebben een genetische oorsprong. Wanneer patiënten een diagnose krijgen, is dat vaak een opluchting. “Met een diagnose kunnen we samen met de juiste specialisten op zoek gaan naar een specifiekere therapie”, zegt neuroloog Dimitri Hemelsoet. “Denk maar aan behandelingen voor auto-inflammatoire ziekten of gentherapieën voor sommige spier- en oogziekten. De diagnose is ook van belang voor hun familieleden en bij een mogelijke kinderwens.”
Drie ziektes ontdekt
Prof. Poppe hoopt dat de gestelde diagnoses er ook toe bijdragen dat bepaalde aandoeningen bekender worden zodat patiënten met zo’n aandoening sneller worden gediagnosticeerd. “Ons werk zal zich op termijn nog meer toeleggen op de meest zeldzame en ongekende aandoeningen”, zegt prof. Poppe. In de afgelopen tien jaar ontdekte het PrOZA-team overigens drie nieuwe zeldzame aandoeningen. Twee ervan verschenen al in toonaangevende wetenschappelijke publicaties als Nature Genetics. De derde ziekte doorloopt momenteel de finale fase van het onderzoek en wordt binnenkort gerapporteerd.
Het PrOZA-team bestaat uit zes artsen uit vier verschillende disciplines: algemene geneeskunde, medische genetica, nierziekten en neurologie. Die multidisciplinariteit is belangrijk omdat er vaak een puzzel moet worden gelegd waarbij meerdere disciplines betrokken zijn. Het UZ Gent bouwde doorheen de jaren een internationaal erkende expertise uit in talrijke zeldzame aandoeningen en maakt deel uit van 21 van de 24 Europese Referentienetwerken (ERN’s) voor zeldzame ziekten.
Heranalyse
Patiënten die via PrOZA geen diagnose kregen, hebben toch weer perspectief, omdat sinds vorig jaar 170 organisaties uit 37 landen samenwerken om op Europees niveau 100.000 onopgeloste patiëntendossiers te bestuderen. De European Rare Disease Research Alliance (ERDERA) gebruikt innovatieve computergestuurde technieken en veel patiëntendata om via een heranalyse toch tot een diagnose te komen.