65-plussers zwijgen, hun problemen niet
65-plussers spreken amper over hun gevoelens en zoeken nog minder vaak hulp wanneer ze met mentale problemen te kampen hebben. Dat blijkt uit een onderzoek dat KU Leuven en UAntwerpen uitvoerden op vraag van Te Gek!?.
De nieuwe campagne van Te Gek!? met als slogan 'Kijk eens onder de schil' en als campagnebeeld een geschilde aardappel focust op geestelijke gezondheid bij 65-plussers, een steeds groter wordende bevolkingsgroep. Tussen 2000 en 2024 steeg het aantal Belgen van 65 jaar en ouder met 27% tot 19% van de totale bevolking. Ouder worden brengt vaak niet enkel zelfkennis, tevredenheid en veerkracht met zich mee, maar ook uitdagingen.
Wat ooit vanzelfsprekend leek, vraagt nu meer inspanning. Dat is perfect normaal en hoort bij deze levensfase, maar kan ook zwaar wegen op het psychisch welbevinden. Momenten van verlies en verandering kunnen onzekerheid, verdriet of zorgen oproepen waardoor psychische klachten ontstaan. Bij ouderen blijven die klachten en problemen vaak ‘onder de schil’. Al te vaak worden kopzorgen gezien als iets dat hoort bij ouder worden. Er heerst een groot taboe rond het thema.
Teken van zwakte
Veel 65-plussers leerden vroeger dat psychisch onwelbevinden een teken van zwakte is. Zelfredzaamheid stond centraal en psychische problemen werden gezien als iets dat je alleen moest oplossen. Daardoor wordt soms aangenomen dat somberheid, angst of vergeetachtigheid normaal zijn bij het ouder worden. Bij deze leeftijdsgroep leeft al te vaak het idee dat psychische problemen geen echte ziekte zijn. Angst en depressie worden minder als ziekte beschouwd dan lichamelijke klachten. Hierdoor wordt er minder over gesproken en wordt een behandeling vaak laat of helemaal niet gestart.
Hoewel ouder worden onvermijdelijk gepaard gaat met verlieservaringen en veranderingen in levensomstandigheden, hoeft psychisch lijden geen vast onderdeel van het verouderingsproces te zijn. Er is een onderscheid tussen typische ouderdomskenmerken, zoals fysieke achteruitgang en sociale veranderingen, en atypische kenmerken zoals depressieve en angstklachten. Het is belangrijk te onderkennen dat psychische problemen bij ouderen behandelbaar zijn en niet simpelweg ‘bij de leeftijd horen’. Als dit wordt ingezien door ouderen, hun naaste omgeving en zorgverleners, kan dat bijdragen tot een betere detectie en behandeling van psychische problemen in deze leeftijdsgroep.
Minder positief is de vaststelling dat een op de zes ouderen aangeeft in de loop van de laatste maand last te hebben gehad van psychische klachten
Veerkracht
Uit het onderzoek dat Te Gek!? uitvoerde samen met KU Leuven en UAntwerpen blijkt dat de Vlaamse oudere doorgaans veerkrachtig is. Veerkracht is het vermogen om met stress om te gaan en te herstellen na uitdagingen en/of tegenslagen. Een derde van de ouderen heeft een hoge veerkracht, terwijl een vijfde een lage tot zeer lage veerkracht vertoont. De veerkracht is opmerkelijk hoger bij 65-plussers dan bij jongere generaties.
Minder positief is de vaststelling dat een op de zes ouderen aangeeft in de loop van de laatste maand last te hebben gehad van psychische klachten. Meer dan een op acht ouderen zegt zich de afgelopen maand zorgen te hebben gemaakt over meerdere aspecten van het leven. Ongeveer een op tien voelt zich regelmatig bezorgd, angstig of zenuwachtig, of ervaart meer zorgen dan anderen in vergelijkbare omstandigheden. Een even grote groep zegt zich de afgelopen dertig dagen ontmoedigd te hebben gevoeld, weinig interesse of plezier te hebben ervaren en/of zich triest of depressief te hebben gevoeld.
Van alle 65-plussers zegt een op zes ooit in zijn leven minstens één psychische stoornis te hebben gehad. Meest voorkomend zijn een depressie (7%) of een angststoornis (5 à 7%). Minder voorkomende psychische stoornissen zijn psychotische symptomen en eetproblemen. Mediaan ontstonden deze problemen rond de leeftijd van veertig jaar. Opmerkelijk: een vierde had al een psychische stoornis voor de vijfentwintigste verjaardag.
Eenzaamheid
Eenzaamheid blijkt – niet meteen verwonderlijk – een belangrijke voorspeller van psychisch onwelbevinden. Positief is de vaststelling dat twee derde van de ouderen aangeeft zich zelden tot nooit eenzaam te voelen. Tien procent voelt zich (zeer) vaak eenzaam. Opmerkelijk: dat is minder dan bij jonge Vlamingen. Alleenstaande ouderen – goed voor ruim een kwart van de 65-plussers – hebben driemaal meer kans zich eenzaam te voelen dan samenwonende ouderen. Hoe vaker iemand zich eenzaam voelt, hoe vaker psychische klachten opduiken.
Verlieservaringen en relationele stressfactoren verhogen de psychische kwetsbaarheid. Ouderen ondervinden doorgaans minder stress dan de jongere generaties, maar ze maken wel meer verlieservaringen mee zoals het verlies van naasten, levensbedreigende ziekten en ernstige ongevallen in hun omgeving. Maakt men zo’n gebeurtenis mee, dan heeft dat een aanzienlijke invloed op de ontwikkeling van psychische klachten. Zo blijkt dat ouderen bij ernstige ziekte of overlijden van een naaste 60 tot 70% meer kans maken op het ontwikkelen van depressieve en angstklachten. Relationele problemen zoals het verbreken van een relatie, conflicten of een ernstige discussie verhogen de kans op psychische klachten met een factor vier tot vijf.
Een op vijf ouderen heeft ooit gedacht aan suïcide, 14% dacht daar zelfs de afgelopen twaalf maanden aan. Denken aan suïcide is nog iets anders dan suïcidale plannen. 2% had effectief plannen in die richting het afgelopen jaar en 0,2% ondernam in die periode een suïcidepoging.
Geringe hulpvraag
Een probleem met de 65-plussers is dat ze zelden of nooit over hun problemen spreken. Slechts een op vijf is bereid professionele hulp te zoeken wanneer psychische klachten ontstaan. Een even grote groep neemt het initiatief om zijn klachten aan te kaarten bij anderen. Als voornaamste reden geven ze op de problemen zelf te willen oplossen.
Een logisch gevolg van de geringe hulpvraag aan zorgprofessionals is de vaststelling dat slechts ongeveer een op vijf ouderen ooit in behandeling is geweest voor psychische of middelengerelateerde klachten. Van de ouderen met een psychische stoornis is amper een tiende het afgelopen jaar in behandeling geweest.
De onderzoekers bekeken ook hoeveel personen effectief zeggen nood te hebben aan behandeling. Van alle bevraagde ouderen geeft ongeveer 5% momenteel een nood aan behandeling aan omwille van psychische klachten. Deze nood is niet ingevuld voor 3%. Dit impliceert dat bijna twee derde van alle ouderen met een behoefte aan zorg niet of onvoldoende bereikt wordt door zorgverstrekkers.
Het onderzoek toont aan dat een campagne zoals die van Te Gek!? meer dan nodig is. Dit soort campagnes volstaat echter niet. “Er is nood aan een brede en geïntegreerde maatschappelijke aanpak. Psychische klachten en het gebrek aan ondersteuning maken duidelijk dat geestelijke gezondheidszorg van ouderen een gedeelde verantwoordelijkheid is van zorgverleners, beleidsmakers en de samenleving als geheel”, besluiten de onderzoekers.