Afwijzing om redenen van billijkheid
Geen schadevergoeding voor hulpverleners na aanval door patiënt
De vrederechter in Gent heeft geen schadevergoeding toegekend aan twee hulpverleners die door een patiënt aangevallen werden. Om redenen van billijkheid werd de vordering afgewezen.
Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, ex-voorzitter VITAZ
Het Vredegerecht in Gent velde op 25 maart 2025 een vonnis naar aanleiding van een schadevergoedingseis van twee hulpverleners die aangevallen werden door een patiënte. De hulpverleners werd verzocht naar het adres van de verweerster te gaan vanwege een risico op zelfdoding.
Vergoeding voor morele schade
Omdat de verweerster zou hebben geweigerd zich te laten opnemen in een ziekenhuis, werd zij op instructie van de Procureur des Konings overgebracht naar het UZ Gent.
Volgens de eisende partijen namen daar de gemoedswisselingen van de verweerster toe en viel zij hen plots aan. Ze beet de eerste eiser en stampte naar de knie van de tweede eiseres.
Een strafdossier in deze zaak werd geseponeerd. De hulpverleners vorderden bij de vrederechter vergoeding van een morele schade op grond van artikel 1382 van het oud Burgerlijk Wetboek. Het gaat om schade die niet vergoed werd door de arbeidsongevallenverzekering .
Beslissing naar billijkheid
Uit alle beschikbare gegevens bleek dat de verweerster niet enkel op het moment van de interventie van de hulpdiensten, maar ook al in de periode voordien leed aan een psychiatrische aandoening waardoor zij soms de controle over de eigen daden verloor (cfr. automutilatie, zelfmoordtentamen).
Op het moment van de interventie was er zeker een gebrek aan dergelijke controle.
Volgens de vrederechter is het bijten op zich van een andere persoon en schoppen in de knie van een andere persoon, zoals elke vorm van geweld, natuurlijk totaal foutief. Er zijn alleen maar woorden van afkeuring daarvoor.
Concreet was in dit dossier het normale beoordelingsvermogen van de verweerster echter uitgeschakeld, waardoor zij haar eigen gedragingen op dat moment niet meer onder controle had.
Hoewel de eisende partijen, gezien de hen ter beschikking gestelde middelen, geen enkele andere optie hadden dan de verweerster te immobiliseren en naar de dienst urgentiepsychiatrie over te brengen, heeft dit, mede gezien de lange wachttijd daar, geleid tot een verergering van de agitatie. De verweerster was buiten haar zinnen. De door haar begane fouten kunnen haar niet worden toegerekend omwille van de geestesstoornis.
In dergelijke context voorziet zowel het oude als het nieuwe aansprakelijkheidsrecht dat de vrederechter oordeelt naar billijkheid, mede rekening houdende met de financiële aspecten van het dossier.
Uit de bij de dagvaarding gevoegde gegevens, maar ook uit het door de verweerster voorgelegde verslag van een psychiater, blijkt dat zij financiële tegenslagen had en ook financieel in een behartenswaardige toestand verkeert. De vorderingen werden daarom afgewezen.
Het vonnis werd gepubliceerd in het Rechtskundig Weekblad 2025-26, 11 oktober 2025)