Een oplosbare stent van magnesium
CARDIOLOGIE Sinds enkele maanden plaatst een handvol Belgische ziekenhuizen bij bepaalde patiënten een bioresorbeerbare stent in plaats van een metalen. Die coronaire endoprothese van een nieuwe generatie, die veel magnesium bevat, onderstut de slagader tijdelijk. Wat zijn de indicaties voor die stent? En wat zijn de voordelen van die angioplastiek?
Op 20 april heeft de groep voor interventionele cardiologie van het Hôpital Citadelle (Luik) een bioresorbeerbare stent geplaatst bij een patiënt. Een première voor dat ziekenhuis, maar niet voor dr. Aurélien Cagnina, die zijn opleiding heeft gekregen in Lausanne en vervolgens in Genk, pionierscentra inzake inplanting van de nieuwe stent. De komende maanden zullen alsmaar meer ziekenhuizen zo’n endoprothese inplanten.
Een gezond en steviger litteken
De stent bestaat voor 93% uit magnesium en voor 6% uit aluminium. Over verloop van maanden lost hij op door een chemische reactie. De stent wordt binnen een jaar na plaatsing progressief geresorbeerd, waarna enkel nog de natieve slagader overblijft, die dankzij de “voorlopige” onderstutting op natuurlijke wijze heeft kunnen helen. “Net zoals de klassieke stents bevat de stent ook sirolimus, een geneesmiddel dat vermenigvuldiging van cellen tegengaat”, preciseert dr. Cagnina. “Na een jaar is het magnesium voor 99,5% opgelost en zie je dat de slagader na heling weer een normale vorm heeft aangenomen.”
Wat meer voorbereiding
De praktische modaliteiten bij gebruik van de stent verschillen wat van die bij plaatsing van een standaardstent. Het bioresorbeerbare model bestaat in verschillende lengtes en meerdere diameters (2,5 tot 4 mm). De dikte van de mazen (99 tot 140 micron naargelang van de diameter) is ook vergelijkbaar ondanks de aanwezigheid van magnesium.
“In 99% van de gevallen wordt de stent via een geleidedraad ingebracht via de arteria radialis. Technisch verloopt de plaatsing op ongeveer dezelfde wijze, maar er is wat meer voorbereiding van de slagader nodig”, aldus dr. Cagnina. “De voorbereiding moet perfect zijn. Voor plaatsing van de stent moet de reststenose kleiner zijn dan 20%.”
Net zoals met een metalen stent moet je soms een ballonnetje invoeren om de endoprothese goed tegen de wand te duwen. “Het resultaat moet optimaal zijn en moet overeenstemmen met de diameter van de slagader, maar de toegankelijkheid en de ‘handelbaarheid’ van de stent zijn identiek.”
Om na te gaan of het resultaat perfect is, zal de cardioloog eventueel endocoronaire beeldvorming (ultrasonografie of optische coherentietomografie) uitvoeren om een precieze dimensie te verkrijgen, vooral wat de diameter betreft. Dat onderzoek wordt in België echter niet terugbetaald.

Indicaties
Een “jonge” patiënt is vaak een ideale kandidaat voor een bioresorbeerbare stent, zeker als de kans bestaat dat in de toekomst overbruggingschirurgie zal moeten worden uitgevoerd. “Als je een metalen stent gebruikt, kan je geen overbrugging meer aanleggen. Je kan de overbrugging immers niet vasthechten in metaal”, preciseert dr. Cagnina.
Bij die jongere patiënten kan nu toch een stent worden geplaatst, terwijl op termijn toch een overbrugging kan worden uitgevoerd zo nodig. Als de slagader wordt opengehouden door een resorbeerbare stent, kan de vasomotoriek nagenoeg weer normaal worden, alsof er nooit een stent was ingeplant.
En waarom niet bij oudere patiënten? Omdat de samenstelling van een atheroomplaat verschilt volgens de leeftijd. “Bij jonge patiënten bevatten de atheroomplaten meer vetten. Dergelijke platen scheuren gemakkelijker met een acuut infarct als gevolg. Plaatsing van een medicamenteuze stent (metalen of resorbeerbare) is belangrijk om een groot infarct te voorkomen.”
Een coronaire stenose van 70% door een sterk verkalkte atheroomplaat bij een oudere patiënt is allicht minder gevaarlijk dan een stenose van 50% door een atheroomplaat die hoofdzakelijk uit vetten bestaat. Beeldvorming is dan ook belangrijk om de aard van de coronaire atheromatose te beoordelen.
“De patiënten worden electief verwezen door andere cardiologen voor een coronariografie (pijn in de borstkas, ademhalingsproblemen, speciale ritmestoornis) of via de spoedafdeling in geval van een acuut coronair syndroom”, vervolgt onze gesprekspartner. “In dat laatste geval voeren we de coronariografie nog dezelfde dag uit en controleren we de toestand van de kransslagaders. Als er een vernauwing is, gaan we na of de patiënt in aanmerking komt voor deze of gene stent naargelang van de aard van de letsels.”
“Een bioresorbeerbare stent is wat duurder, maar naarmate dergelijke stents vaker zullen worden geplaatst (wat gezien de resultaten allicht het geval zal zijn), zal de prijs dalen. We moeten nu nagaan of de resultaten na vijf en vervolgens na tien jaar gehandhaafd blijven. Recentelijk is een grotere studie in tal van Europese centra opgestart. Je kan zo’n stent niet bij iedereen inplanten en ook niet in onverschillig welke kransslagader. Je moet rekening houden met de technische aspecten en je moet de indicaties en de contra-indicaties kennen. Maar er is ongetwijfeld een tendens om zo weinig mogelijk metaal in de slagaders te gebruiken, bijvoorbeeld door gewoon een ballonnetje op te blazen dat ter plaatse een geneesmiddel afgeeft dat de celdeling remt, zonder nog een stent te plaatsen”, concludeert dr. Cagnina.