Keuzevrijheid kan vertrouwensband met arbeidsarts versterken
(Opinie) Vrije artsenkeuze: fundamenteel recht, ook op het werk?
Edelhart Kempeneers
In een recente LinkedIn-post stelt Bernard Lattes, directeur-generaal van SMTI 82 - Prévention & Santé au Travail (een externe preventiedienst in Zuid-Frankrijk) en lid van denktank Cercle K2, een radicale vraag: moeten werknemers niet de vrijheid hebben om zélf hun arbeidsarts te kiezen?
Volgens Lattes beperkt het huidige Franse systeem deze vrijheid ten onrechte. De verplichte medische onderzoeken in het kader van arbeidsgezondheid worden opgelegd door de werkgever, uitgevoerd door een toegewezen arts, zonder inspraak van de werknemer.
Lattes pleit voor een fundamentele hertekening: meer autonomie, meer vertrouwen, en een systeem waarin begeleiding geen opgelegde verplichting is, maar een bewuste keuze.
Zijn voorstel luidt eenvoudig maar provocerend:
- Laat werknemers hun arbeidsarts kiezen.
- Herpositioneer medische opvolging als een vrijwillige ondersteuning in plaats van een plicht
- Geef artsen de ruimte om zich te focussen op preventie en zorg, in plaats van op het invullen van attesten en formulieren.
De reacties bleven niet uit. De discussie barstte los; inhoudelijk scherp, emotioneel geladen en bijzonder relevant voor wie begaan is met de toekomst van arbeidsgeneeskunde.
Collectieve preventie versus individuele autonomie
De meeste Franse arbeidsartsen reageren kritisch tot fel afwijzend. Hun centrale tegenargument: arbeidsgeneeskunde is geen individuele zorg, maar een collectieve preventietaak. Arbeidsartsen moeten risico’s in kaart brengen binnen een specifieke werkcontext.
Dit vraagt kennis van het bedrijf, het werkmilieu, en de organisatie. Een losgekoppelde consultatie bij een zelfgekozen arts die het bedrijf niet kent, maakt die opdracht volgens hen onmogelijk.
“We volgen geen werknemers, we volgen ondernemingen”, stelt Frédérique Nassoy-Stehlin, arts en vertegenwoordiger in het Franse Orde der Artsen. Anderen wijzen op het gevaar voor “artsenshopping”: werknemers die blijven wisselen tot ze een voor hen gunstig advies krijgen over ongeschiktheid, werkhervatting of medische attesten.
Signalen van een systeem onder druk
Toch is de kritiek van Lattes geen roep in de woestijn. Zijn post brengt onderliggende spanningen aan het licht, zoals werkgevers die worstelen met opeenvolgende werkbeperkingen zonder dialoog; werknemers die geen medische opvolging krijgen ondanks wettelijke verplichting; en artsen die verzuchten dat ze worden herleid tot formulierinvullers of "ongeschiktheidsfabrieken".
Een ziekenhuisdirecteur getuigt over brancardiers die niet meer mogen tillen, verpleegkundigen die het bed niet meer mogen benaderen; en een systeem dat ondanks (of net door) al de regels geen ruimte meer laat voor pragmatische oplossingen. Ook artsen zelf geven aan dat hun kerntaak (preventie op maat van werk en mens) steeds moeilijker te vervullen valt in het huidige model.
En België? Een spiegel om in te kijken
In België ligt het wettelijke kader iets anders, maar de reflecties zijn zeer herkenbaar. Ook hier geldt dat werknemers zelden inspraak hebben in de keuze van hun arbeidsarts. De arts is verbonden aan de externe dienst waarmee de werkgever een contract afsluit. En net als in Frankrijk worstelen Belgische diensten met schaarste, administratieve druk, en toenemende verwachtingen.
Een paar vragen om over na te denken:
- Zou meer keuzevrijheid voor werknemers de vertrouwensband met de arbeidsarts versterken, of net ondermijnen?
- Hoe zorgen we ervoor dat medische opvolging betekenisvol is, ook binnen een wettelijk kader?
- Is het huidige model van arbeidsgeneeskunde future-proof, of is het tijd voor een bredere hertekening?
Tussen polarisering en hervorming
De oproep van Lattes is geen blauwdruk, maar wel een startschot voor het debat. En dat debat is nodig. Want zoals arts Hadidja Hamadani het treffend formuleert: “De kracht van de arbeidsarts ligt in de koppeling tussen gezondheidszorg en werkcontext. Laat ons die kracht versterken, niet verzwakken.”
Het is nu ook aan beleidsmakers, preventiediensten en sociale partners in België om niet in reflexen te vervallen, maar ruimte te maken voor constructieve hervorming. De verwachting is dat het Franse inspectierapport IGAS in het najaar met aanbevelingen komt. Ook in België zou een dergelijke overkoepelende reflectie geen kwaad kunnen (en die is er ook ten dele al, zie link).
Laat dit gesprek niet verstommen
Of we in België moeten overstappen op vrije keuze van de arbeidsarts? Dat is op dit moment niet aan de orde. Maar dat het huidige model niet perfect is, durft niemand betwisten. Dit debat biedt een uitgelezen kans om de doelmatigheid, mensgerichtheid én vertrouwensbasis van ons systeem opnieuw onder de loep te nemen.
Misschien is het tijd voor een nieuw sociaal pact rond arbeidsgezondheid. Eentje dat recht doet aan zowel mens als organisatie.
Dit artikel is geschreven op basis van publieke bijdragen op LinkedIn van o.a. Bernard Lattes, Frédérique Nassoy-Stehlin, Fabien Bochinger en vele anderen.
Dr. Edelhart Kempeneers is medisch directeur bij Attentia. Hij schrijft in persoonlijke naam.