Wetsvoorstel regelt verwerking persoonsgegevens die onder beroepsgeheim vallen
Volksvertegenwoordiger Sophie De Wit c.s (N-VA) diende op 18 juni bij de Kamer een wetsvoorstel in ‘betreffende de verwerking van persoonsgegevens, bij deelname aan een overleg georganiseerd op grond van artikel 458ter van het Strafwetboek’.
Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, voorzitter VITAZ
Artikel 458ter Stafwetboek
Artikel 458ter § 1 van het Strafwetboek laat toe dat er krachtens een wet, decreet of ordonnantie, of met de toestemming van de procureur des Konings, een overleg wordt georganiseerd waarbij de deelnemers met elkaar informatie kunnen uitwisselen die onder het beroepsgeheim valt.
Een dergelijk overleg is enkel mogelijk met het oog op de bescherming van de fysieke en psychische integriteit van de persoon of van derden, of ter voorkoming van terroristische misdrijven of ter voorkoming van de misdrijven gepleegd in het raam van een criminele organisatie.
Verwerking van persoonsgegevens
Het wetsvoorstel laat artikel 458ter ongewijzigd. Volgens de indieners is het casusoverleg in de praktijk inmiddels goed ingeburgerd. Zo kan worden verwezen naar de Lokale Integrale Veiligheidscellen inzake terrorisme, extremisme en radicalisme, de ketenaanpak intrafamiliaal geweld, de ketenaanpak jeugddelinquentie en het casusoverleg kwetsbare personen.
De ervaringen uit de praktijk leren dat er bij de voorbereiding van dat casusoverleg, tijdens dat overleg en tijdens de opvolging ervan een verwerking van persoonsgegevens plaatsvindt.
Het wetsvoorstel beoogt die gegevensverwerkingen te regelen voor wat betreft de deelname van deelnemers die onder de bevoegdheid van de federale overheid vallen, aan een overleg zoals vermeld in artikel 458ter van het Strafwetboek.
Het wetsvoorstel neemt de essentiële elementen daartoe op en bepaalt de voorwaarden voor deze gegevensverwerking.