Hervormingswet
Vandenbroucke reageert op krantenartikels
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) is niet te spreken over de manier waarop zijn voorontwerp van wet over hervormingen in de gezondheidszorg wordt gepresenteerd in bepaalde media. In een uitgebreid document geeft hij zijn visie.
Op 4 juni bezorgde de minister het voorontwerp van de wet aan de leden van het Verzekeringscomité van het RIZIV. “De wet is er nog niet, er is zelfs nog geen definitief ontwerp”, zegt Vandenbroucke. “In het regeerakkoord is wel afgesproken dat er voor het einde van het jaar een wettelijk kader moet zijn om een aantal hervormingen mogelijk te maken in de gezondheidszorg.”
Vandenbroucke beseft dat hervormingen gepaard gaan met een periode van onzekerheid zolang er niets definitief is beslist. “Er is terecht heel veel aandacht voor deze tekst”, vervolgt de minister. “Tegengestelde meningen zijn ook normaal. Maar om het debat goed te voeren, mogen we ons niet laten leiden door sensationele titels in de pers of soms zelfs foutieve informatie. Als in een krant staat ‘Minister wil dure artsen zelf schrappen’, dan raakt dat kant noch wal.” Vandenbroucke begrijpt wel dat artsen verontrust zijn als ze dergelijke titels lezen.
Staatsgeneeskunde
Het ligt de minister duidelijk ook zwaar op de maag dat hij het verwijt krijgt te willen evolueren naar staatsgeneeskunde. “Integendeel zelfs, binnen de conventie wil dit wetsontwerp méér vrijheid geven aan artsen die geconventioneerd zijn. Het gaat vooral over het duidelijker maken van verantwoordelijkheden en het vermijden van excessen, oneigenlijk gebruik of overdrijvingen, die gelukkig zeldzaam zijn. Onze gezondheidszorg steunt immers op een zeer grote groep van gedreven en correcte zorgverleners. Zij hebben alle belang bij een aantal ingrepen, en dus bij deze discussie.”
"Gedreven en correcte zorgverleners hebben alle belang bij een aantal ingrepen, en dus bij deze discussie.”
Het debat over de hervormingswet is volgens Vandenbroucke pas gestart met dit voorontwerp, binnen en buiten de regering. “Nadat er de voorbije weken met onder meer de artsenorganisaties verschillende ontmoetingen geweest zijn, vragen we nu dat alle kritieken en vragen doorgestuurd worden naar en besproken in het Verzekeringscomité van het RIZIV van 23 juni. Het advies dat uit het Verzekeringscomité komt, is heel belangrijk voor de regering.
Artsen schrappen
Het voorontwerp bestaat uit zes luiken die allemaal in het regeerakkoord worden benoemd: het begrotingsproces, het conventiemodel, het overlegmodel, digitalisering, handhaving en – ietwat buiten de scoop van de vorige onderwerpen – maatregelen tegen het roken van tabak en vapes.
‘Minister wil te dure artsen zelf schrappen’, titelde een krant. “Dat slaat nergens op”, reageert Vandenbroucke ontstemd. Het voorontwerp voorziet de mogelijkheid een RIZIV-nummer te schorsen wanneer er sprake is van fraude met geld van de ziekteverzekering. “Een administratieve geldboete schrikt doortrapte fraudeurs helaas niet af. Een boete kan nu, op basis van een duidelijk omschreven bepaling in een wet, vervangen worden door een schorsing van het RIZIV-nummer. Het RIZIV-nummer zal ook automatisch geschorst worden wanneer de Federale Toezichtscommissie een tijdelijk of permanent verbod op de uitoefening van het beroep uitspreekt. Maar stelt het wetsontwerp dat de minister een nummer kan intrekken als hij een arts te duur vindt? Neen.”
Meerderheid
Volgens Vandenbroucke klopt het evenmin dat er voortaan een drie vierde meerderheid nodig is op de artsenbanken. “De hervormingswet verandert niets aan de regels inzake de meerderheid in de medicomut, het Verzekeringscomité of de Algemene Raad. Ook vandaag is er een drie vierde meerderheid op beide banken vereist, bij een tweede stemming volstaat een gewone meerderheid op beide banken. Het enige wat de wet doet, is de bestaande bepalingen groeperen.”
"De verhouding tussen de overheid en het overleg verandert ten gronde niet.”
Nog volgens Vandenbroucke is het evenmin de bedoeling om de macht van de minister uit te breiden. “De hervormingswet brengt wel eenvormigheid in de regels die gelden bij het tot stand komen van akkoorden en overeenkomsten. Vandaag verschillen de regels sterk tussen enerzijds artsen en tandartsen en anderzijds kinesitherapeuten, logopedisten en vroedvrouwen. De verhouding tussen de overheid en het overleg verandert ten gronde niet.”
Voldoende geconventioneerden
“Artsensyndicaten, als beheerder van een artsenbudget van meer dan 10 miljard euro, zijn een belangrijke speler”, zegt Vandenbroucke. “Wanneer artsensyndicaten een akkoord afsluiten, mag worden verwacht dat ze hun achterban overtuigen toe te treden tot het akkoord. In een aantal sectoren is reeds een parameter ‘aantal geconventioneerden’ voorzien in de financiering van de beroepsorganisaties. Dat is onder meer zo voor apothekers, vroedvrouwen, kinesisten, logopedisten en orthopedisch technologen. In het voorontwerp wordt dit ook voor artsen en tandartsen ingevoerd. Het is echter slechts één van de parameters. De totale financiering zal nog steeds gebaseerd zijn op een vaste basisbijdrage per organisatie. Deze wordt verhoogd met een parameter met betrekking tot het aantal leden en een parameter die verwijst naar conventionering. Het overleg heeft één grote doelstelling: tariefakkoorden bereiken waar voldoende zorgverleners zich bij aansluiten.”