Europese biofarmaceutische sector onder druk
Steeds meer Europese politici en bedrijven uit de biofarmaceutische sector slaan alarm. De door president Trump aangekondigde invoertarieven op farmaceutische producten, samen met het stopzetten van verschillende samenwerkingen met Europese onderzoekers, dreigen de sector zwaar te treffen.
Sinds de Amerikaanse president Donald Trump in het Witte Huis zit, heeft hij een harde koers op handelsgebied ingezet. Kort na zijn aantreden kondigde hij forse invoerheffingen aan op buitenlandse producten, waaronder medisch materiaal. Hoewel medicijnen momenteel niet onder de handelstarieven vallen, heeft Trump begin april aangekondigd ‘zeer binnenkort grote tariefmaatregelen’ te gaan invoeren.
Daar komt nog eens bij dat de Amerikanen de afgelopen tijd steeds meer samenwerkingsverbanden met Europese onderzoekers hebben bevroren. Op 1 mei kondigde het Amerikaanse National Institutes of Health (NIH) - de grootste biomedische onderzoeksinstantie ter wereld - aan dat het vanaf oktober voorlopig geen subsidies meer uitbetaalt aan Amerikaanse onderzoeksprojecten die samenwerken met Europese of andere buitenlandse onderzoeksteams. Volgens de NIH is er te weinig transparantie over hoe het geld in het buitenland wordt besteed, en wil het instituut beter kunnen volgen waar elke dollar naartoe gaat.
Deze maatregel zorgt voor grote onzekerheid bij Europese onderzoekers. In 2023 waren er volgens Amerikaanse cijfers 4.800 projecten die door de NIH werden gefinancierd en samenwerkten met onderzoekers in Europa. Voor Maria Yazdanbakhsh, die aan het hoofd staat van het Leiden University Center for Infectious Diseases in Nederland, creëert het beleid onzekerheid over de toekomst van internationale samenwerking op het gebied van medisch onderzoek. “Veelbelovend onderzoek dreigt hierdoor te worden stopgezet”, aldus Yazdanbakhsh aan Euronews.
Verstoorde samenwerking
De Europese Commissie liet in een reactie weten de acties van Washington te betreuren, en benadrukt dat invoertarieven en een verstoorde samenwerking op het gebied van onderzoek, zowel de Europese als Amerikaanse gezondheidszorg zullen schaden.
En ook in ons land kijkt men met bezorgdheid naar de recente ontwikkelingen. De Belgische Algemene Vereniging van de Geneesmiddelenindustrie trekt in een persbericht aan de alarmbel. “België staat wereldwijd bekend als Biopharma Valley. Een toonaangevende hub voor onderzoek, ontwikkeling, productie en distributie van geneesmiddelen en vaccins, dankzij strategische troeven, zoals een performante biofarmaceutische sector, onderdeel van een sterk ontwikkeld ecosysteem, gecombineerd met een gunstige ligging en hoogstaande infrastructuur”, aldus de vereniging. “Maar als we de laatste cijfers over export en tewerkstelling van de sector erop naslaan, lijkt onze positie onder druk te komen staan. (...) Tel hierbij de ontwikkelingen in de VS op en er is reden genoeg voor bezorgdheid over de nabije toekomst.”
Volgens cijfers van Pharma is de VS onze belangrijkste handelspartner, goed voor bijna 24 procent van de Belgische farmaceutische export. “Dit betekent ook dat de biofarmaceutische sector sterk afhankelijk is van de VS en dat deze een van de sectoren is die het hardst getroffen zou worden door een verstoring van de vraag vanuit de VS.”
