Minder voorschriften nodig voor verstrekkingen door thuisverpleegkundigen
Thuisverpleegkundigen zullen niet langer een voorschrift nodig hebben voor veel verstrekkingen bij patiënten. Dat deelt minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) mee. De beslissing kadert in de plannen van de minister om de administratieve rompslomp verder af te bouwen.
Thuisverpleegkundigen kregen vorig jaar al meer verantwoordelijkheden, als onderdeel van een bredere hervorming van het beroep van verpleegkundige. Maar er bleef wel een voorschrift nodig voor de toediening van medicatie door een thuisverpleegkundige (naast een voorschrift voor de medicatie zelf). Anders heeft de patiënt geen recht op een terugbetaling. Maar het voorschrift voor de toediening valt binnenkort weg, klinkt het. Het Verzekeringscomité van het RIZIV keurde daarvoor deze week een voorstel goed.
"We zorgen ervoor dat zorgverleners binnen de thuiszorg hun tijd maximaal kunnen besteden aan hun patiënten zelf. Dagelijkse administratieve rompslomp bouwen we verder af. Dat maakt zorg opnieuw werkbaar. Zo dragen we zorg voor mensen in de zorg. Ook patiënten hoeven niet meer nodeloos naar de arts voor voorschriften voor verstrekkingen", zegt minister Vandenbroucke.
Nutteloze raadplegingen
Thuisverpleegkundigen zullen zo een heleboel verstrekkingen probleemloos zelfstandig kunnen uitvoeren, zoals verschillende injecties, blaassondages, wondzorg, katheters via de maagsonde, enzovoort. Bedoeling is dat de maatregel in voege treedt in september. De maatregel moet de opvolging van patiënten tijdens een behandeling vergemakkelijken. Het blijft uiteraard wel zo dat artsen de behandelingen opstarten en de medicatie zelf voorschrijven.
"Deze maatregel is goed voor iedereen", zegt Vandenbroucke. "De verpleegkundigen worden erkend en kunnen hun tijd maximaal besteden aan de zorg van de patiënt. Patiënten moeten niet meer naar de arts voor een voorschrift. En er zijn minder nutteloze raadplegingen voor de arts. Op die manier dragen we niet alleen zorg voor de mensen, maar ook voor de mensen in de zorg."