Myocardinfarct bij diabetes type 1: incidentie en specifieke risicofactoren
In de algemene bevolking is de incidentie van myocardinfarct met ST-segmentelevatie snel afgenomen in vergelijking met myocardinfarct zonder ST-segmentelevatie. Tot nog toe was nog geen onderzoek gedaan naar de incidentie van de subtypen van myocardinfarct bij type 1-diabetici. Een Fins team nam deze taak op zich en voegde een risicobeoordeling toe.
We weten dat diabetes type 1 (DM-1) geassocieerd is met een verhoogd risico op myocardinfarct (MI). In de algemene bevolking is de incidentie van MI met ST-segmentelevatie (STEMI) snel afgenomen in vergelijking met MI zonder ST-segmentelevatie (NSTEMI), maar er is nog geen onderzoek gedaan naar de incidentie van MI-subtypen bij type 1-diabetici. Een Fins team nam deze taak op zich en voegde een risicobeoordeling toe op basis van de aan- of afwezigheid van diabetesgerelateerde microvasculaire schade.
Twee derde van het NSTEMI-type
Hun observationele analyse was gebaseerd op een lokaal onderzoek naar diabetische nefropathie en het nationale gezondheidszorg- en overlijdensregister. Het onderzoek omvatte 4.217 diabetici (mediane leeftijd: 36,7 jaar) zonder voorgeschiedenis van MI of coronaire revascularisatie. De mediane duur van de follow-up, tot overlijden of eind 2017, was 16,7 jaar en identificeerde 449 MI's, een percentage van 10,6 %. Op 15 en 20 jaar was dit percentage respectievelijk 8,7 % en 15,4 %. Ongeveer twee derde van de MI's waren van het NSTEMI-type.
De auteurs berekenden de risicoverhoudingen op basis van de microvasculaire schade en corrigeerden ze voor de gebruikelijke cardiovasculaire risicofactoren. Eerst stelden ze vast dat het geslacht geen invloed had op de cumulatieve incidentie van MI of de twee subtypes ervan.
Risicofactoren
Het risico op MI was wel verhoogd wanneer dialyse nodig was (RR: 2,99, d.w.z. een bijna drievoudige risicoverhoging), in geval van sterk verhoogde albuminurie (RR: 2,01), bij een geschatte glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR) < 60 ml/min/1,73 m² (RR: 1,72) of bij ernstige retinopathie (RR: 1,58). Er moet worden opgemerkt dat voor STEMI alleen een eGFR van 60 ml/min/1,73 m² niet geassocieerd was met een verhoogd risico.
Concluderend moet de bijzonder hoge cumulatieve incidentie van myocardinfarcten leiden tot speciale cardiologische controle bij type 1-diabetici. De geïsoleerde aanwezigheid van matig verhoogde albuminurie moet echter niet als bijzonder alarmerend worden beschouwd.
Referentie: Smidtslund P et al. Incidence and risk of myocardial infarction subtypes in type 1 diabetes. Poster en presentatie gegeven op het EASD-congres van 2024.
