Vijf obstakels tegen actieve bewaking bij drie kankers

Actieve bewaking is 'in' in de oncologie en wordt in de klinische praktijk al toegepast bij een laagrisicoprostaatkanker en in klinische studies bij patiënten met een schildklierkanker die een laag risico inhoudt. Actieve bewaking wordt ook overwogen bij patiënten met een canalair carcinoom in situ (CCIS) van de borst. Actieve bewaking is bij die drie kankers wenselijk gezien het risico op overbehandeling en de meerkosten voor de gezondheidszorg. Maar daarvoor moeten minstens vijf obstakels worden neergehaald.
Obstakel nr. 1: definitie van actieve bewaking
Met andere woorden met welke beeldvormingsonderzoeken en andere technieken volg je de patiënten en hoelang doe je dat? Er is zeker nog veel werk aan de winkel. Er bestaan immers geen duidelijke richtlijnen, zelfs bij prostaatkanker, hoewel het principe van actieve bewaking al wordt toegepast bij patiënten met prostaatkanker.
Obstakel nr. 2: medewerking van de arts en de patiënt
Bij prostaatkanker bijvoorbeeld is dat nogal gemakkelijk omdat de actieve bewaking wordt verzekerd door slechts één groep artsen, de urologen. De follow-up van schildklierkanker wordt verzekerd door endocrinologen. Maar in geval van een CCIS kan dat obstakel bijzonder moeilijk worden. Het is immers niet duidelijk wie zou moeten instaan voor de actieve bewaking: de huisarts? De gynaecoloog? De chirurg? Een medisch oncoloog? Leadership is één van de sleutels tot het welslagen van actieve bewaking bij CCIS.
Obstakel nr. 3: identificatie van de betrokken patiënten
Eén van de uitdagingen is de leeftijd van de patiënt. De mediane leeftijd waarop een diagnose van prostaatkanker wordt gesteld, is 66 jaar. Gezien de levensverwachting van mannen is dat nog een haalbare tijdsspanne. De diagnose van een laagrisicoschildklierkanker daarentegen wordt gesteld op een leeftijd van gemiddeld 51 jaar. Dat impliceert dus een veel langere follow-up.
Obstakel nr. 4: volhouden van de bewaking
Een aantal mannen met prostaatkanker komt tijdens de follow-up niet meer opdagen of krijgt niet de aanbevolen bewaking met biopsies, bepaling van het PSA-gehalte en andere tests. Dat probleem stelt zich ook bij patiënten met schildklierkanker en patiënten met een CCIS. Het grote risico is dan dat tumorprogressie niet tijdig wordt herkend.
Obstakel nr. 5: angst van de patiënt
Het is inderdaad weinig waarschijnlijk dat een actieve bewaking de ongerustheid van patiënten bij wie een kanker is gediagnosticeerd, zal opheffen. Het is dan ook belangrijk die patiënten tijdens de actieve bewaking te ondersteunen om hun ongerustheid te verminderen.
Referentie: Haymart MR et al. Active Surveillance or Low-Risk Cancers - A Viable Solution to Over-treatment? N Engl J Med 2017; 377:203-206.