De kamercommissie volksgezondheid keurde vandaag (dinsdag 7 januari) een resolutie goed om meer bewustwording te creëren rond atherosclerotische hart- en vaatziekten (ascvd). die zijn goed voor ongeveer 85% van alle cardiovasculaire sterfgevallen.
Jongvolwassenen die een hiv-infectie hebben opgelopen tijdens de perinatale periode, vertonen al op jonge leeftijd vaak metabole complicaties zoals type 2-diabetes en hypercholesterolemie. zij moeten dus van dichterbij worden gevolgd om een cardiovasculair risico op lange termijn te detecteren.
De belgische cardiologische liga vraagt een verplichte screening voor 50-plussers op slagaderverkalking. dat schrijft het laatste nieuws maandag. jaarlijks leidt de aandoening tot 23.000 doden in ons land.
Oestrogenen verhogen de hdl-cholesterolconcentratie en verminderen de insulineresistentie en de vorming van atheroomplaten. toevoeging van androgene progestagenen zoals medroxyprogesteronacetaat (mpa) gaat dat tegen, wat het risico op coronairlijden verhoogt (relatief risico: 1,23, volgens de 'women's health initiative'-studie).
"structureel verschilt het hart van de vrouw niet van dat van de man, maar er zijn wél heel wat verschillen met betrekking tot risicostratificatie, diagnostiek en behandeling", vertelt dr. eva de caluwé (dienst cardiologie, sint-trudo ziekenhuis, sint-truiden).
Als aanvulling bij haar toelichtingen over de specifieke kenmerken van het vrouwelijke hart, bespreekt dr. eva de caluwé enkele cardiale syndromen die men vaker ziet bij vrouwen dan bij mannen.
Aan de hand van internationale en belgische gegevens uit de literatuur onderzoekt em. prof. guy de backer (dienst cardiologie, uz gent) of er verschillen bestaan tussen mannen en vrouwen bij de secundaire preventie van ascvz.
De euroaspire-studie en andere grote internationale studies wijzen bij de secundaire preventie van ascvz op verschillen tussen mannen en vrouwen, in het nadeel van de vrouwen. het gaat vooral om te weinig lichaamsbeweging en een minder goede controle van lipidenstoornissen, obesitas en diabetes. de vraag rijst: kunnen we die geslachtsgebonden verschillen verklaren, en zo ja, lessen trekken uit de gevonden verklaringen?
"over het begrip menopauze bestaat er verwarring", stelt prof. johan verhaeghe (dienst gynaecologie, uz leuven) vast. "vrouwen die nog menses hebben, vragen soms of ze in hun menopauze zijn. die vraag berust op een misvatting: de menopauze is niet meer dan een tijdstip dat samenvalt met de laatste menstruatie."
Onderzoek heeft geleid tot het ontwikkelen van nieuwe behandelingen voor menopauzeklachten. er is meer aandacht voor transdermale vormen en bio-identieke hormonen.
Hartfalen is een prevalent syndroom en zal in de toekomst nog frequenter voorkomen, voor een belangrijk deel door zowel steeds betere behandeling als door de vergrijzing. ouderen hebben immers wegens hun langere levensduur verschillende risicofactoren voor hartfalen opgestapeld. net die groep neemt het snelst toe in onze maatschappij: tegen 2060 zal het aantal 80-plussers in de belgische bevolking verdubbelen.
Een patiënt meldt zich wegens pijn op de borst, al dan niet persisterend tijdens het consult. wat is de juiste werkwijze?
Het vorige artikel eindigde met de diagnostiek bij een patiënt die raadpleegt omdat hij in de voorbije uren pijn op de borst heeft gehad, maar nu pijnvrij is. in dit tweede artikel bespreekt prof. steven haine (kliniekhoofd interventiecardiologie, uza) het beleid bij een patiënt die nog altijd pijn heeft op het ogenblik van het consult. daarnaast is er aandacht voor een aantal niet-coronaire hartaandoeningen die pijn op de borst kunnen veroorzaken.
De prevalentie van klepaandoeningen stijgt met de leeftijd, met een forsere stijging na de leeftijd van 65 jaar. de frequentste klepaandoening is mitralisregurgitatie, gevolgd door aortaklepstenose. in de leeftijdsgroep ouder dan 75 jaar heeft zowat 10% van de mensen mitralisregurgitatie. met de veroudering van de bevolking zullen klepgebreken frequenter worden.
Aortaklepregurgitatie is veel minder frequent dan aortaklepstenose. het lek kan ontstaan door een primaire afwijking. dat is een afwijking in de klepbladen zelf, als gevolg van acuut gewrichtsreuma (zie verder, artikel mitralisklepstenose) of endocarditis (zie verder, artikel endocarditis). in andere gevallen is er sprake van een secundaire disfunctie, door dilatatie van de wortel van de aorta, waardoor de klepbladen uiteenwijken.
Mitralisklepstenose is tegenwoordig minder frequent dan vroeger. de afwijking komt vooral voor bij patiënten die, meestal in hun jeugd, acuut gewrichtsreuma hebben gehad.
Mitralisklepregurgitatie is een frequent voorkomende aandoening. men moet onderscheid maken tussen primaire en secundaire mitralisklepregurgitatie.
Endocarditis is een aandoening die tot op heden relatief frequent is, en prognostisch ongunstig kan zijn.
"de tricuspidalisklep wordt vaak de vergeten klep genoemd", zegt prof. claeys. "regurgitatie over deze klep komt vaak voor. deze aandoening is vaak niet ernstig, maar in een aantal gevallen dan toch wel."
Zelfs vandaag blijft de grootste uitdaging bij het acuut coronair syndroom (acs) de diagnose. doorgaans onderscheidt men twee vormen: stemi en non-stemi. deze laatste impliceert niet per se de aanwezigheid van een infarct, want het kan 'slechts' wijzen op onstabiele angina pectoris. de term non-ste-acs (nste-acs in het engels) verdient daarom de voorkeur.