Vernieuwend project in AZ Delta

Spoedzorg voor palliatieve oncologische patiënten

AZ Delta lanceert begin volgend jaar een vernieuwend proefproject dat de spoedzorg voor palliatieve oncologische patiënten grondig wil verbeteren. Bedoeling van het project is deze patiënten sneller, rustiger en met meer comfort door de spoedgevallendienst loodsen.

Filip Ceulemans

In 2024 werden in AZ Delta meer dan 800 palliatieve oncologische patiënten opgenomen via de spoeddienst. “Zij hebben vaak geen urgente zorg nodig maar komen er terecht omwille van aanhoudende klachten of doordat het ondersteunend netwerk thuis tijdelijk wegvalt. Hierdoor blijven deze patiënten vaak langer op de spoedgevallendienst dan anderen. Voor deze zwakke, zwaar zieke mensen is het verblijf op spoed niet ideaal en is het belangrijk dat zij snel kunnen doorschuiven naar een verblijfsafdeling", zegt oncoloog Birgit Mispelaere, de trekker van het project.

Om deze patiënten beter op te vangen, ontwikkelde het palliatief support team van AZ Delta campus Torhout een nieuwe zorgroute om palliatieve oncologische patiënten sneller door de triage te laten gaan, onnodige onderzoeken te vermijden en meer aandacht te besteden aan rust, comfort en aanwezigheid van familie. “We willen de ervaring van deze patiënten op spoeddiensten zo sereen mogelijk maken,” zegt dr. Mispelaere. “Minder wachten, minder belastende procedures en zorg die echt vertrekt vanuit wat de patiënt op dat moment nodig heeft.”

Patiënten en huisartsen

Aan de uitwerking van de zorgroute werkten niet enkel artsen en zorgverstrekkers van het ziekenhuis mee. Ook patiënten, familieleden, mantelzorgers, huisartsen en woonzorgcentra uit de omgeving werden bij de ontwikkeling betrokken.

Het project heeft een duurtijd van twee jaar. In die periode wordt de patiëntenflow op de dienst spoedgevallen in kaart gebracht en geanalyseerd. In een eerste fase enkel op campus Torhout, later ook in Menen en Roeselare. Met de inzichten die hieruit naar voor komen, wordt aan de slag gegaan om palliatieve oncologische patiënten minder lang op de spoed te houden en hun verblijf beter af te stemmen op hun specifieke noden. “Als deze zorgroute effectief oplevert wat we verwachten, kan het dienen als blauwdruk voor ziekenhuizen in heel Vlaanderen en zelfs daarbuiten,” besluit dr. Mispelaere. “We willen met dit project echt een pioniersrol opnemen in hoe we palliatieve zorg op spoed organiseren.”