Onderzoek aan de UCLouvain
Hoe baby's leren zien na vroege blindheid
Een internationale studie, uitgevoerd door neurowetenschappers van de UCLouvain, heeft aangetoond dat baby's, die de eerste maanden niet konden zien, na een ingreep toch gezichten, voorwerpen en woorden bijna normaal kunnen herkennen. Deze ontdekking herdefinieert het begrip van hersenplasticiteit.
In België worden elk jaar enkele tientallen baby's geboren met vroege blindheid als gevolg van dichte bilaterale aangeboren staar. Het onderzoek toont aan dat deze mensen op volwassen leeftijd nog steeds veranderingen vertonen in het gebied van de hersenen dat verantwoordelijk is voor het analyseren van visuele details. Aan de andere kant lijken de gebieden die betrokken zijn bij het herkennen van gezichten, voorwerpen en woorden bijna normaal te functioneren.
Met behulp van beeldvorming van de hersenen vergeleken de onderzoekers volwassenen die in hun vroege jeugd een operatie hadden ondergaan met mensen die ziende zijn geboren. Alleen het gebied dat gespecialiseerd is in fijne details (contouren, contrasten) bleef permanent aangetast, terwijl de andere visuele circuits zich verrassend goed herstelden. Deze "biologische" observaties werden bevestigd door computermodellen op basis van kunstmatige neurale netwerken.
Flexibel
"De hersenen van baby's zijn veel flexibeler dan we dachten", zegt Olivier Collignon, professor aan de UCLouvain en hoofd van het onderzoek. "Zelfs als het zicht aan het begin van het leven ontbreekt, kunnen de hersenen zich aanpassen en leren om de wereld om zich heen te herkennen op basis van verminderde informatie."
Deze ontdekking trekt het idee van één 'kritieke periode' in de visuele ontwikkeling in twijfel. Sommige gebieden zijn bijzonder kwetsbaar, terwijl andere een opmerkelijk vermogen tot herstel hebben. De resultaten maken de weg vrij voor meer gepersonaliseerde visuele therapieën.
Het onderzoek is gepubliceerd in het tijdschrift Nature Communications.