World Pain Day
In Luik baant het ICAB de weg voor de algo-oncologie
PIJN Ter gelegenheid van de derde verjaardag van het Institut de Cancérologie Arsène Burny (ICAB) presenteerde het Universitair Ziekenhuis van Luik de projecten die de zorg van morgen vormgeven. Een daarvan is een uniek initiatief: het eerste Belgische centrum voor algotherapie, bedoeld om de pijn van kankerpatiënten beter te verlichten.
Wat is dat juist algo-oncologie? Als we deze term in Google intypen, geeft AI ons ofwel de melding ‘hoogstwaarschijnlijk een typefout’, ofwel dat ‘algo-oncologie verwijst naar het gebruik van algoritmen in de oncologie ter ondersteuning van klinische beslissingen, het voorspellen van de doeltreffendheid van behandelingen, het opsporen, onderzoeken en opvolgen van kanker’. In werkelijkheid is het niets van dit alles, het is gewoon de combinatie van twee medische specialismen, namelijk algologie en oncologie...

Dat geeft aan hoe nieuw het concept is, dat momenteel alleen bestaat in het Institut de Cancérologie Arsène Burny (ICAB) in het Universitair Ziekenhuis van Luik. Toch is het centrum voor algo-oncologie al een jaar geleden opgericht.
Pijn begrijpen
Volgens de WHO lijdt ongeveer 40 tot 70% van de kankerpatiënten op een bepaald moment in hun ziekteproces aan pijn, en heeft 30% van de genezen patiënten nog steeds chronische pijn als gevolg van kanker of de behandeling ervan. In België “lijdt meer dan de helft van de kankerpatiënten aan pijn, maar deze pijn wordt vaak onvoldoende behandeld”, schatte het KCE in 2013.
“Kankerpatiënten lijden vaak gedurende hun hele traject: tijdens de behandeling, door de ziekte zelf, door de effecten van de therapieën en soms zelfs nog na hun genezing”, bevestigt dr. Catherine Loly, gastro-enteroloog en voorzitter van de raad van bestuur van het instituut.
In de meeste ziekenhuizen worden deze patiënten doorverwezen naar algemene pijncentra, samen met mensen die lijden aan fibromyalgie of chronische lage rugpijn. Deze globale, nuttige maar heterogene aanpak houdt niet altijd rekening met de specifieke kenmerken van kanker: neuropathische pijn na chemotherapie, operatiegevolgen, bijwerkingen van gerichte behandelingen of zogenaamde “fantoompijn” na remissie.
Om deze leemte op te vullen, heeft het ICAB gekozen voor een innovatieve aanpak: de integratie van pijnbestrijding in het oncologische traject. Het principe is eenvoudig: betere pijnverlichting, op een vroeger moment en met minder bijwerkingen.
Speciale dagziekenhuisbedden zijn ingericht voor de toediening van bepaalde specifieke behandelingen, zoals capsaïcinepleisters – een derivaat van chilipeper dat om de acht tot twaalf weken wordt aangebracht om neuropathische pijn te behandelen – of intrathecale pompen, waarmee kleine doses pijnstillers rechtstreeks in het hersenvocht kunnen worden toegediend.
Deze aanpak is ook bedoeld om de afhankelijkheid van morfine te verminderen: “Verschillende recente studies suggereren dat bepaalde morfinereceptoren op het oppervlak van kankercellen de tumorprogressie kunnen beïnvloeden. De mogelijkheid om te behandelen zonder systematisch hoge doses morfine te gebruiken, is niet alleen een kwestie van levenskwaliteit, maar ook van biologische voorzichtigheid”, benadrukt Catherine Loly.
Voor zorgverleners is het een geïntegreerd en concreet antwoord op een vaak voorkomend gevoel van machteloosheid tegenover chronische pijn
Bijeenkomsten over complexe oncologische pijn
Het model is gebaseerd op twee pijlers: gestructureerde ziekenhuiszorg en interdisciplinaire samenwerking. Naast de specifieke dagkliniek heeft het ICAB bijeenkomsten over complexe oncologische pijn (RDOC, réunions de douleur oncologique complexe, n.v.d.r.) opgezet.
Deze bijeenkomsten volgen de logica van de multidisciplinaire oncologische consultaties (MOC) die worden gebruikt voor therapeutische beslissingen in de oncologie. Aan tafel zitten de oncoloog of de behandelend arts, de algoloog, de radiotherapeut, de neurochirurg, de interventionele radioloog, de psycholoog, de kinesitherapeuten en de referentieverpleegkundigen.
Samen analyseren ze vaak delicate situaties: hardnekkige pijn, mislukte behandelingen, bijwerkingen of complexe gevallen van levensbeëindiging. “Het is eenvoudiger en efficiënter om tien koppen bij elkaar te steken dan de patiënt 14 keer naar een consult te sturen”, vat de gastro-enteroloog samen.
De vergaderingen over complexe oncologische pijn maken niet alleen het traject van de patiënt lichter, maar versterken ook de band tussen de verschillende disciplines. Voor zorgverleners is het een geïntegreerd en concreet antwoord op een vaak voorkomend gevoel van machteloosheid tegenover chronische pijn.
Het systeem wordt tot op heden echter niet structureel gefinancierd. “Deze samenwerking is volledig gebaseerd op de motivatie van de teams”, benadrukt dr. Loly, die hierin een model voor de toekomst van ondersteunende zorg ziet. “Professionals vinden er zingeving in, patiënten vinden er verlichting in. Het bewijst dat transversaliteit, mits goed doordacht, iedereen ten goede komt.”
Een holistische benadering van welzijn
Algo-oncologie kan niet los worden gezien van een holistische benadering van welzijn binnen het Arsène Burny Instituut. Het Centre Oasis, gelegen in het hart van het gebouw, illustreert deze filosofie. Het centrum is opgericht om patiënten tijdens en na hun behandeling te begeleiden en biedt ondersteunende zorgactiviteiten aan: sociale esthetiek, ontspanning, hypnose, praatgroepen en kooklessen.
Sinds de opening kent het centrum een constante groei in bezoekersaantallen. De cijfers die ter gelegenheid van het driejarig bestaan van het ICAB werden gepresenteerd, bevestigen dit: het aantal patiënten dat het Centre Oasis bezoekt, stijgt elk jaar en zal in 2025 bijna 700 bedragen, terwijl de groepsactiviteiten nu meer dan 1.500 afspraken per jaar omvatten en de individuele sessies bijna 2.000 bedragen.
De verdeling blijft echter ongelijk: bijna 80% van de deelnemers is vrouw, een onevenwichtigheid die het team hoopt te verminderen door meer mannen aan te moedigen om naar het centrum te komen.
“Elke week zien we patiënten die ontdekken dat ze op een andere manier geholpen kunnen worden: door een massage, een aangepaste sportsessie, een kookworkshop of gewoon een luisterend oor”, legt Catherine Loly uit. Er zijn trouwens plannen voor een therapeutische sportzaal, speciaal voor patiënten die in behandeling zijn. Het doel: lichaamsbeweging integreren in de behandeling, en niet alleen daarna, aangezien de voordelen ervan voor de overlevingskansen en de levenskwaliteit bewezen zijn.
De financiering blijft een voortdurende uitdaging. Het Centre Oasis functioneert voornamelijk dankzij incidentele subsidies en de steun van lokale initiatieven. “Elke euro telt, maar vooral elke geste”, benadrukt Catherine Loly. "Alexandra Paye, coördinatrice van het Centre Oasis, is voortdurend op zoek naar financiering. Elke dag vult ze dossiers in voor de Stichting tegen Kanker, de Nationale Loterij, enz. om het centrum te financieren."
Het volgende idee is geïnspireerd op de “24 uur Puzzelen van België”. Het ICAB heeft het iets kleiner aangepakt: in januari zullen teams acht uur lang tegen elkaar strijden om zoveel mogelijk puzzels te maken binnen de toegewezen tijd. Een leuk idee om activiteiten buiten het Budget Financiële Middelen te financieren. En het werkt: het evenement is al een maand volgeboekt.
Voor dr. Catherine Loly vat deze dynamiek de geest van het instituut samen: “De oncologie van morgen is een oncologie die behandelt zonder de mens uit het oog te verliezen. Welzijn is geen extraatje, het is een volwaardig onderdeel van de zorg.”