Misschien moeten we de hele geneeskunde-opleiding herdenken
De prijs van een roeping: geneeskunde als elitewedstrijd
Er was een tijd dat je arts werd omdat je het voelde. Niet als een carrièremove, maar als een roeping. “Ik wil dokter worden” was geen vrijblijvende puberale uitspraak, het was een innerlijke zekerheid die zich ergens tussen de acne en de eerste liefdes nestelde.
Ilse Degreef, handchirurg UZ Leuven, hoogleraar orthopedie KU Leuven.
Er was een tijd dat je arts werd omdat je het voelde. Niet als een carrièremove, maar als een roeping. “Ik wil dokter worden” was geen vrijblijvende puberale uitspraak, het was een innerlijke zekerheid die zich ergens tussen de acne en de eerste liefdes nestelde.
Je begon eraan, met een stevige middelbare rugzak vol biologie, chemie en idealisme. En dan kwam dat eerste jaar: zwaar, wetenschappelijk, selectief. Slechts een derde haalde het, maar wie dat deed, mocht verder. De rest had het geprobeerd, en dat was ook iets waard. Een soort waardige afslag op de weg van de roeping.
Vandaag is het anders. De roeping heeft concurrentie gekregen van een wedstrijd. Het toelatingsexamen geneeskunde heeft een nieuwe wereld geschapen. Een wereld waarin je niet begint aan geneeskunde, maar eraan moet winnen. Winnen vereist niet alleen kennis, maar ook kapitaal.
De markt van bijlessen bloeide op, werd duurder en werd een economie op zich. Wie zich geen extra scholing kan veroorloven, valt uit de boot. Selection of the richest. Geen boutade, helaas. Een pijnlijke realiteit.
Het recente schandaal rondom het toelatingsexamen, dat velen raakte en schade berokkende aan wie jarenlang hun best deden om de ministeriële wil om te zetten in werkbare realiteit, toont hoe emotioneel beladen dit systeem is geworden. Want arts zijn, dat moet toch ergens een roeping blijven?
Misschien moeten we niet alleen de gezondheidszorg, maar de hele geneeskunde-opleiding herdenken.
Toch zie ik dat jongeren vandaag de dag afhaken. Niet omdat ze het niet willen, maar omdat ze het niet kunnen — niet in dit systeem. Tegelijk zie ik anderen, competitieve geesten, erin stappen met een drive die ik niet altijd herken als roeping. En dan stel ik me vragen. Vragen die niet in multiple choice passen.
En ja, ik geef het toe: in dit systeem zou ik nooit arts geworden zijn. Ik startte pas in januari, nadat mijn droom om lijnpiloot te worden letterlijk niet van de grond kwam. Geneeskunde werd mijn plan B, maar groeide uit tot mijn roeping. En vandaag voel ik me arts, met hart en ziel. Maar ik zou nooit in deze wedstrijd gestapt zijn. Niet uit gebrek aan motivatie, maar omdat het hele systeem me zou hebben afgeschrikt.
We zitten vast. We kunnen niet terug. Er zijn maar zoveel stageplaatsen, zoveel kleine lesgroepen, zoveel docenten. Massaal toelaten is geen optie meer. Maar eerlijk selecteren blijkt ook onmogelijk. En dus blijven we steken in een systeem dat wringt. Een systeem dat roept om een herziening, maar waar niemand nog durft te tekenen.
Misschien moeten we 'out of the box' denken. Misschien moeten we niet alleen de gezondheidszorg, maar de hele geneeskunde-opleiding herdenken. Tabula rasa. Niet om terug te keren naar vroeger - want vroeger was niet per se beter - maar om vooruit te gaan met een visie die recht doet aan wat arts worden écht betekent.
Want doet hij het, of doet hij het niet? Die vraag verdient meer dan een score op een toelatingsexamen. Ze verdient een antwoord dat begint bij roeping, en eindigt bij vorming. En ertussenin ligt een pad dat we opnieuw moeten durven tekenen. Liefst met potlood, zodat we onderweg nog kunnen bijsturen.