Kaderwet komt bovenop bestaande pijnpunten
Huisartsenkring Vemehak: "7 juli was niet het eindpunt van onze acties"
Huisartsenkring Vemehak uit het Meetjesland ziet de voorbije actiedag niet als eindpunt. Volgens de kring holt het voorstel van de kaderwet van minister Frank Vandenbroucke de fundamentele autonomie van het beroep verder uit.
"De huisarts verdient respect, inspraak en vertrouwen", schrijven Dr. C. Vanhauwenhuyse, Dr. S. Haesaert en Dr. M. Schockaert namens Vemehak (Verenigde Meetjeslandse Huisartsenkring).
"Dagelijks staan wij op de eerste lijn", vervolgen ze. " Altijd beschikbaar, zelfs buiten de normale werkuren via een georganiseerde wachtdienst. We belasten ons privéleven en schuiven ons pensioen voor ons uit door aanhoudende werkdruk."
"We zorgen voor álle patiënten, ongeacht achtergrond of regio. We garanderen continue, nabije en menselijke zorg. In crisismomenten staan wij er — zonder morren. We worden door de burger/patiënt als dé vertrouwenspersoon in de gezondheidszorg beschouwd."
"Toch worden wij herleid tot uitvoerders in een systeem waarin we steeds minder te zeggen hebben."
Bezorgdheden bij de kaderwet
Volgens de auteurs geeft de nieuwe kaderwet de minister "bevoegdheden die de fundamentele principes van een vrije, kwaliteitsvolle en autonome geneeskunde ondermijnen". Dit zijn hun belangrijkste zorgen:
- Beperking van de ereloonsupplementen. Een maatregel zonder een fundamentele hervorming van de nomenclatuur of ziekenhuisfinanciering is onrechtvaardig en ondermijnt de vrije praktijkvoering.
- Afschaffing van de partiële deconventie. De huisarts verliest elke flexibiliteit om zijn/haar praktijk op maat van de noden te organiseren. Dit is een directe aanval op onze professionele autonomie.
- Financiering van artsensyndicaten afhankelijk maken van de conventiegraad. De democratische vertegenwoordiging hoort niet afhankelijk te zijn van overheidsgradaties van 'gewenst gedrag'. Dit is een bedreiging voor de vrije meningsuiting binnen het medische veld.
- Beperking van RIZIV-tegemoetkomingen tot geconventioneerde zorgverleners. De te behalen kwaliteitscriteria om in aanmerking te komen voor een RIZIV premie mogen niet afhankelijk gemaakt worden van al dan niet geconventioneerd zijn. Ook niet geconventioneerde artsen kunnen kwaliteitsvolle zorg leveren.
- Ministeriële bevoegdheid tot intrekking van RIZIV-nummers bedreigt elke vorm van onafhankelijke beroepsuitoefening.
- Het inperken van de rol van adviesorganen. Het inperken van de rol van de overlegorganen binnen het RIZIV legt een te grote beslissingsbevoegdheid bij de minister. Dit betekent het einde van het overlegmodel en een evolutie naar een top-down gezondheidsbeleid.
Andere structurele knelpunten
De auteurs wijzen erop dat de kaderwet bovenop bestaande pijnpunten in de praktijk komt.
- Taakdelegatie zonder overleg: Taken worden doorgeschoven naar andere zorgverleners zonder dat de huisarts als spilfiguur wordt erkend of gehoord. Diagnostiek en behandeling dienen strikt voorbehouden te blijven aan artsen.
- Geen spreidingsbeleid: kwetsbare regio’s blijven in de kou staan.
- Chronische overbelasting: We dragen de zorg op onze schouders, vaak ten koste van gezondheid en gezinsleven.
- Geen responsabilisering van de patiënt: budgetbewust gebruik van zorg moet ook worden aangemoedigd bij de patiënt, niet alleen afgewenteld op de arts.
- Voorschrijfgedrag onder dwang: Sancties bij afwijkingen zetten de arts-patiëntrelatie onder druk en maken ons tot boekhouders van het beleid.
"We hebben telkens geprobeerd tot constructief overleg te komen", schrijven ze. "Maar de eenzijdige beslissingen en het institutionele wantrouwen jegens artsen dwingen ons alert te blijven." Daarom eisen ze:
- Bindende triage aan de poort van de zorg
- Verlaging van administratieve lasten
- Het opmaken van de gezondheidszorgbegroting met inspraak
- Hervorming en herijking van de nomenclatuur
- Afstemming op de hervorming van de ziekenhuisfinanciering
- Een echte herwaardering van de huisarts
- Een triagesysteem voor spoed- en wachtposten om overbevraging tegen te gaan.
- Wettelijke verankering van indexering van het honorarium
Op 11 juli verwacht Vemehak geen symbolisch overleg, maar een echte dialoog. "Daarom roepen we alle collega’s op tot eenheid, syndicalisatie en het actief verdedigen van ons beroep", besluiten ze.