RIZIV werkt aan nieuwe aanpak van appropriate care
Stan Politis (BVAS) pleit voor aanpassingen
Het RIZIV werkt aan een nieuwe strategie rond appropriate care voor de periode 2025-2030. Er komt een aparte directie Appropriate Care. Dr. Stan Politis (BVAS) wijst op een aantal fundamentele problemen met de voorgestelde aanpak.
Erik Derycke
In oktober 2024 startte het RIZIV intern een strategische reflectie over appropriate care. De Algemene Raad van het RIZIV kreeg op maandag 16 juni een tussentijdse nota die aangeeft in welke richting het RIZIV wil gaan.
Appropriate Care verwijst in deze context naar zorg die noodzakelijk en relevant is voor de patiënt, gebaseerd op evidence based practice, de expertise van de zorgverlener en de voorkeuren van de patiënt.
Deze zorg wordt efficiënt geleverd, op het juiste moment, door de juiste zorgverlener op de juiste plaats.
Daarbij wordt gestreefd naar de best mogelijke uitkomsten voor de patiënt tegen een zo laag mogelijke kost, met een optimaal gebruik van de beschikbare middelen binnen het gezondheidszorgsysteem.
Nieuwe directie Appropriate Care
Het doel van de strategische reflectie was om de rollen van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging (DGV) en de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle (DGEC) hierbij te verduidelijken, de prioriteiten vast te leggen, en de coördinatie met onder meer de FOD Volksgezondheid, het FAGG, het KCE en de verzekeringsinstellingen te regelen.
Er komt naast de bestaande DGEC een nieuwe Directie Appropriate Care die de bestaande expertise moet bundelen en een transversale aanpak tussen de verschillende diensten mogelijk moet maken. Ook komt er een Commissie Appropriate Care als advies- en strategisch orgaan dat een toekomstig meerjarenplan moet bewaken
Fundamenten en pijlers
De strategie wordt gebaseerd op twee 'fundamenten' en vijf 'pijlers'.
Het eerste fundament is transparantie. Dit houdt in dat gezondheidszorgdata gemonitord worden en dat zorgverleners, zorginstellingen en patiënten inzage krijgen in de overeenkomstige zorgconsumptie.
Het tweede fundament is helderheid. Dit betekent het duidelijk communiceren van verwachtingen en normen binnen de gezondheidszorgsector, zodat zorgverleners en patiënten, alsook overige stakeholders, weten wat er van hen verwacht wordt. Gevalideerde richtlijnen en Evidence-Based Practice (EBP)-bronnen zijn noodzakelijk om te definiëren waaruit doelmatige zorg precies bestaat, en welke kwaliteitsindicatoren die daaruit voortvloeien.
De pijlers zijn:
- Ondersteunende maatregelen voor zorgverleners zoals continue opleiding en training, en tools zoals een evidence linker (een zoekhulp naar relevante EBP-bronnen) en een PSS-systeem (Prescription Search Support system).
- Structurele maatregelen zoals het vastleggen van duidelijke normen en richtlijnen voor zorgverleners om de kwaliteit en doelmatigheid van de zorg te waarborgen.
- Incentives: financiële prikkels om gewenst gedrag te stimuleren en ongewenst gedrag te ontmoedigen, zoals bonussen voor zorgverleners die voldoen aan bepaalde kwaliteitsnormen of die deelnemen aan kwaliteitbevorderende projecten.
- Sensibilisering: zorgverleners en patiënten bewust maken van de verwachtingen en verantwoordelijkheden binnen de gezondheidszorg.
- Handhaving: het implementeren van mechanismen voor toezicht en handhaving om naleving van de vastgestelde normen te garanderen. Dit kan bijvoorbeeld door regelmatige audits en inspecties, individuele controles met diverse maatregelen en in fine ook sancties.
Fundamentele problemen
Dr. Stan Politis (BVAS) wijst op een aantal fundamentele problemen met de nota die maandag voorlag. De bedoeling is volgens hem duidelijk: opleggen welke normen en richtlijnen zorgverleners moeten volgen, en hen bestraffen als ze dat niet doen.
“Er staat letterlijk dat het de bedoeling is om 'grote onverklaarbare variaties in medische praktijken' weg te werken, en te kijken op welke wijze individuele zorgverleners hun eigen gedrag bijspijkeren’, zegt dr. Politis. “Normen en richtlijnen, ook al zijn er geen evidence based richtlijnen te vinden in de wereldliteratuur, zullen als ‘stok achter de deur’ dienen.”
Politis vindt de inbreng van het NRKP (Nationale raad voor kwaliteitspromotie) bij het opstellen van normen en richtlijnen essentieel.
Meer algemeen wijst Politis op het fundamentele verschil tussen normen en richtlijnen enerzijds en rechtsregels die tot sanctie aanleiding kunnen geven anderzijds. “Normen en richtlijnen zijn populatiegebonden denkwijzen die een zekere bandbreedte hebben. Een richtlijn moet vertaald worden naar iedere individuele patiënt. Als je naar de dokter gaat, wil je géén ‘gemiddelde’ behandeling krijgen, maar een juiste, aangepaste behandeling. Dat is ook appropriate care.”
Handhavingsrichtlijnen moeten daarom steeds getoetst worden aan de individuele behoeften van de patiënt en diens levensdoelen voor er sprake kan zijn van sancties.
Als je naar de dokter gaat, wil je géén ‘gemiddelde’ behandeling krijgen, maar een juiste, aangepaste behandeling. Dat is ook appropriate care.
Privacy waarborgen
De nota stelt ook dat voor een audit van individuele zorgverstrekkers, bijvoorbeeld rond de toepassing van NRKP-indicatoren, toegang vereist is tot het patiëntendossier dat de zorgverstrekker bijhoudt. Een mogelijke piste daarvoor is het uitbreiden van de wettelijke basis inzake de Eenheid Audit Ziekenhuizen, naar andere activiteiten dan deze in de ziekenhuissector, staat te lezen.
“Het spreekt voor zich dat het patiëntendossier geen document is dat de overheid zomaar kan inkijken of in beslag nemen”, zegt Politis, die vraagt dat de privacy-regels rond de inhoud van een medisch dossier gerespecteerd worden.