Belgische woonzorgcentra scoren goede punten
Een Europees onderzoek, uitgevoerd door wetenschappelijk instituut Sciensano toont aan dat de Belgische woonzorgcentra steeds beter omgaan met infecties en antibiotica. Zowel het aantal infecties als het antibioticagebruik zijn gedaald. Toch blijven er enkele aandachtspunten: de bijscholing van het personeel en de manier waarop antibiotica preventief gebruikt worden.
In 2023-2024 had 2,4% van de WZC-bewoners in België één of meerdere infecties. Dat is beter dan het Europese gemiddelde van 3,1%. Het is ook een daling ten overstaan van 2016, toen werd afgeklokt op 3,4%. Ook het antibioticagebruik daalde: van 5,6% in 2016 naar 4,6% in 2023-2024. Daarmee scoort ons land wel nog steeds minder goed dan het Europese cijfer gemiddelde (4,1%).
Resistentie
Het onderzoek legt echter ook enkele pijnpunten bloot. Nog te vaak (in 36% van de gevallen) worden antibiotica preventief voorgeschreven, vooral voor urineweginfecties. Nochtans zijn er ook andere manieren om die te voorkomen. Ook problematisch: in 89% van de gevallen is geen datum bekend waarop het preventieve gebruik moet beëindigd of herbekeken worden. Dat is opvallend slechter dan het Europees gemiddelde (79%). Het leidt tot onnodig en langdurig antibioticagebruik, wat de resistentie van bacteriën in de hand werkt.
Ook de bijscholing van het personeel op vlak van infectiepreventie- en controlemaatregelen (IPC) kan en moet beter, stelt Sciensano vast. 97% van de Belgische WZC’s kan nu beroep doen op externe experten in IPC, tegenover 80% in 2016. Maar er is ook een sterke terugval in recente bijscholingen over handhygiëne: van 76% in 2016 naar 58%. Deze verschuivingen zijn mogelijk een gevolg van de COVID-19-epidemie, toen IPC in de WZC’s een absolute prioriteit was. Maar de investeringen van enkele jaren geleden mogen geen vals vertrouwen geven: goede IPC vereist permanente opvolging, en dus ook permanente bijscholingen.
Vooral Vlaamse WZC
Dankzij deze studie (HALT-4) kan het antibioticagebruik in België worden opgevolgd, vergeleken met andere landen en bijgestuurd. Sciensano coördineerde HALT-4 in Europa, net zoals HALT-1 (2010), HALT-2 (2013) en HALT-3 (2016-2017). In 2021 was er door COVID-19 geen HALT-studie, maar Sciensano verzamelde toen toch cijfers voor België. Omdat er veel minder - en bijna uitsluitend Vlaamse - WZC’s aan deelnamen is het moeilijk om de cijfers van HALT-4 met die van HALT-2021 te vergelijken.
Een belangrijke kanttekening is dat alle zorginstellingen in dit onderzoek zich hiervoor vrijwillig opgaven. Het is dus zeker mogelijk dat de werkelijke cijfers minder positief zijn, maar de trends zijn hoe dan ook goed nieuws. Alle Belgische cijfers van HALT-4 en de eerdere studies zijn te raadplegen op de website van Sciensano.