TaT: een veelbelovende optie om de reservoirs te ledigen

Onlangs werden de resultaten na een follow-up van acht jaar gepubliceerd van de Italiaanse fase 2-studie ISS T-002. De studie toont aan dat vaccinatie met virologisch actief TaT van vrijwilligers die sinds zes jaar een antiretrovirale behandeling kregen, de immuniteit duurzaam verbetert en de regressie van reservoirs van latent virus versnelt. Een interessante optie om de klassieke antiretrovirale behandelingen te potentiëren.
TaT is een viraal eiwit, dat essentieel is voor de vermenigvuldiging van hiv-1. Het wordt door geïnfecteerde cellen afgescheiden en activeert via de bloedbaan geïnfecteerde cellen elders en remt de cytotoxische T-cellen. Het TaT-eiwit speelt dan ook een belangrijke rol bij de pathogenese van de immunodeficiëntie en speelt verder direct mee bij bepaalde met aids samenhangende aandoeningen zoals het kaposisarcoom. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er veel onderzoek in die zin wordt verricht in de hoop een nieuwe behandeling voor hiv te ontwikkelen. Eén van de sporen is vaccinatie met TaT om de effectiviteit van de antiretrovirale behandeling te verhogen.
De ISS T-002-studie is een Italiaanse fase 2-studie waarin hiv-geïnfecteerde patiënten die sinds gemiddeld zes jaar een antiretrovirale behandeling kregen, werden gevaccineerd met twee verschillende doses van biologisch actief TaT (7,5 of 30 microgram) s.c. drie of vijf keer met een interval van een maand. Onlangs werden de resultaten na een follow-up van acht jaar gepubliceerd. Het ging om 99 vrijwilligers, van wie 59% was gevaccineerd. Vijf resultaten illustreren dat die vaccinatie de effectiviteit van de antiretrovirale behandeling verhoogt:
- De antistoffen tegen TaT bleven bestaan gedurende de hele periode van acht jaar, vooral na vaccinatie met de hoogste dosis en met een schema van drie injecties met een interval van een maand.
- Constante en significante stijging van het aantal CD4-cellen tot een plateau na vijf jaar, ook bij de vrijwilligers die aanvankelijk een laag aantal CD4-cellen (< 250/mm³) hadden. Het is bekend dat die patiënten minder goed reageren op de antiretrovirale behandeling.
- Gezien de stijging van het aantal CD4-cellen en de stabilisering van het aantal CD8-cellen over een periode van acht jaar steeg de CD4-CD8-verhouding, een goede marker van een beter immuunsysteem.
- Interessanter nog is de vaststelling dat de hoeveelheid proviraal hiv-1-DNA 90% lager was dan de waarde bij inclusie en dat de halfwaardetijd van het virale DNA bij de meeste patiënten na een follow-up van acht jaar verminderd was tot gemiddeld drie jaar (versus een halfwaardetijd van 7 tot 19 jaar bij patiënten die al lang een antiretrovirale behandeling kregen, zoals werd aangetoond in twee recente studies). Volgens de onderzoekers wijst dat op een snellere regressie van de reservoirs van latent virus bij potentiëring van de antiretrovirale behandeling met een vaccin tegen TaT.
- De belangrijkste effecten van vaccinatie werden waargenomen met een dosis van 30 microgram 3x met een tussenpoos van een maand.
Ref.: Sgadari C. et al. Front Immunol 2019; 13 februari. Online op de website gepubliceerd.