Nut van bepaling van HLA-B27 bij ongedifferentieerde artritis
Bijna 90% van de patiënten met een spondylartropathie is HLA-B27-positief. Moet je het HLA-B27-antigeen opsporen bij een ongedifferentieerde artritis en kan je dan een preciezere diagnose stellen?
Bij 35-54% van de patiënten met een beginnende (< zes maanden) reumatoïde artritis (RA) die nog niet voldoen aan de classificatiecriteria van het ACR, wordt een diagnose van ongedifferentieerde artritis gesteld. Het betreft over het algemeen jonge, mannelijke patiënten met een gering aantal aangetaste gewrichten, een veeleer asymmetrische oligoartritis met zelden erosies. Het HLA-B27-antigeen is geassocieerd met spondylartropathie (ankyloserende spondylartritis, psoriatisch reuma, reactieve artritis,...). Bijna 90% van die patiënten is drager van het HLA-B27-antigeen tegen slechts 4-12% van de algemene bevolking. Dat maakt dat het relatieve risico 90 bedraagt als het HLA-B27-antigeen positief is.
Wat bij ongedifferentieerde artritis?
Bij vergelijking1 van gezonde proefpersonen en patiënten blijkt dat 10,1% van de patiënten HLA-B27-antigeen-positief is tegen 7,2% in de controlegroep (OR = 1,5, 95% BI 1,0-2,1, p = 0,037). HLA-B27-positieve patiënten met een ongedifferentieerde artritis vertonen meer kenmerken van spondylartritis dan HLA-B27-negatieve patiënten (p < 0,001). De HLA-B27-positieve patiënten vertonen ook vaker een positieve familiale voorgeschiedenis en antecedenten van infectie dan HLA-B27-negatieve patiënten (15,8% versus 1,3%, p = 0,04 voor familiale antecedenten en 15,8% versus 2,6, p = 0,004 voor episoden van infectie). Door bepaling van het HLA-B27-antigeen kan 5,6% van de patiënten met een ongedifferentieerde artritis volgens de ASAS-criteria worden ingedeeld in de groep van perifere spondylartritis. Neemt volgens de auteurs niet weg dat het HLA-B27-antigeen bij patiënten met een ongedifferentieerde artritis alleen moet worden opgespoord als ze tekenen van een spondylartritis vertonen.