Praktijkleidraad euthanasie
De End-of-Life Care Research Group stelt een nieuwe praktijkleidraad voor die artsen moeten helpen bij het doorlopen van een euthanasietraject.
De nieuwe Praktijkleidraad begeleiding van een euthanasietraject van de End-of-Life Care Research Group (UGent en VUB) wil vooral de ‘menselijke kant’ van het euthanasietraject belichten. Niet voor niets is het eerste, uitgebreide hoofdstuk gewijd aan de ondersteuning van patiënten en naasten. Daarbij komen patiëntgerichte ondersteuning, het belang van aparte en gezamenlijke gesprekken met patiënten en hun naasten en de ondersteuning van naasten aan bod.
Ook in de volgende hoofdstukken (Een multidisciplinaire benadering, De uitklaring van een euthanasieverzoek, De uitvoering van euthanasie) wordt er bewust voor gekozen om de belangrijkste handvatten ter ondersteuning van patiënten en naasten te herhalen. De leidraad speelt hierbij in op de gekende onzekerheden die leven in de praktijk, met name wanneer er sprake is van euthanasie in de thuissetting. Hoewel de specifieke aanbevelingen voor een ziekenhuis- of woonzorgcentrumsetting beperkt zijn, menen de samenstellers van de leidraad toch dat veel van de adviezen toepasbaar zijn over contexten heen en dat de leidraad de euthanasiepraktijk bestrijkt in haar totaliteit en een bredere focus kent dan louter technische aspecten.
Wetenschappelijk onderzoek
De handvatten die de leidraad aanreikt, zijn het resultaat van zowel wetenschappelijk onderzoek, interviews met patiënten en naasten en consultatie van ervaren praktijkexperten. De consultatie bestond uit een intensief co-creatief proces, waarbij experten uit diverse disciplines in meerdere rondes de leidraad hielpen optimaliseren.
Bestaan er voor specifieke onderdelen richtlijnen, dan verwijst de leidraad daar naar door. Denk bijvoorbeeld aan de uitgebreide richtlijnen voor euthanasie bij dementie of psychiatrisch lijden. De auteurs wijzen er wel op dat de richtlijnen weliswaar gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek en externe input, maar dat ze geenszins de wettelijke teksten vervangen. “Elke arts wordt verondersteld de wet te kennen.”