BVAS wil behoud van drie maanden
Voka: 'huisarts mag maximaal 1 maand arbeidsongeschiktheid toekennen'
Ziekteverzuim kost de samenleving 12 miljard euro per jaar, meldt werkgeversorganisatie Voka. Voka vraagt daarom dat huisartsen werknemers niet langer dan een maand ziekteverlof zouden mogen voorschrijven, en dat na dat moment de arbeidsarts ingeschakeld zou worden.
Werkgeversorganisatie Voka roept op om het systeem rond ziekte-uitval "te resetten en op een andere leest te schoeien", met de arbeidsarts als centrale figuur. "We zijn kampioen in ziekte-uitval op het werk", zegt Frank Beckx, gedelegeerd bestuurder van Voka.
"Toch zijn Belgen niet gevoeliger voor ziekte dan andere Europeanen. Ons systeem zelf is ziek en moet helemaal gereset worden. Vertrek vanuit preventie, zet de arbeidsarts centraal en focus op wat mensen wel nog kunnen. Werk maakt niet ziek, werk is de sleutel tot een gezond leven."
België telt vandaag volgens Voka meer langdurig zieken dan werklozen. "Meer dan een half miljoen burgers zijn langdurig arbeidsongeschikt, waarvan bijna 300.000 permanent. De kostprijs loopt intussen op tot 12 miljard euro per jaar, dubbel zoveel als in 2012. Dat is budgettair onhoudbaar én maatschappelijk onverantwoord. Willen we de werkzaamheidsgraad optrekken naar 80 procent, dan is dit dossier cruciaal", aldus Voka.
De twee belangrijkste diagnoses bij langdurig zieken zijn psychosociale stoornissen en musculoskeletale aandoeningen. "Samen zijn ze goed voor 2/3de van alle gevallen. Precies deze aandoeningen bieden vaak wél ruimte voor herstel (op termijn), behandeling of aangepast werk. Ze mogen dus geenszins een eindstation zijn. Een aanpak die inzet op periodieke opvolging en maatwerk kan wellicht duizenden mensen opnieuw perspectief bieden", klinkt het.
Voka wil dat invaliditeit door langdurige ziekte niet langer permanent mag worden toegekend, maar aan periodieke evaluaties moet worden onderworpen. "Hiermee vermijden we dat mensen te snel en onnodig definitief uit het arbeidsproces verdwijnen."
BVAS: excessen aanpakken, maar huisarts is best geplaatst
BVAS is het er volledig mee eens dat er excessen zijn en dat het belangrijk is om deze aan te pakken. Daarom hebben we afgelopen vrijdag deelgenomen aan het overleg met het kabinet Vandenbroucke over dit onderwerp.
De huisarts kent zijn patiënt goed en wij vinden het essentieel dat hij kan beoordelen of het nodig is om zijn patiënt tot maximum drie maanden arbeidsongeschikt te verklaren, en niet slechts één maand zoals VOKA het voorstelt.
Daarna komt het trio-overleg (ziekenfonds, huisarts en arbeidsarts) op de voorgrond, maar liefst met een neutrale organisatie die de nodige deelexpertise in huis heeft om arbeidsgeschiktheid te kunnen beoordelen. Indien noodzakelijk komt er natuurlijk ook het advies van de arts-specialist.
De huisarts die zijn patiënt het best kent blijft hem/haar opvolgen, maar we dringen erop aan om deze opvolging niet meer te linken aan het attesteren van de verlenging van het ziekteverlof.
Tenslotte vinden we het uiterst belangrijk dat de aangifte via een digitaal formulier gebeurt om specifieke informatie te kunnen delen met het trio-overleg en zodat alle artsen op de hoogte zullen zijn van vorige en huidige attestaties.
